-8-
De Heer Dirveri acht het voordeel van f.100.000,bij verkoop van
het pand Openbare Werken misleidend. Bij een gemeenschapshuis
zal altijd grond nodig zijn. Verder heeft hij bezwaar tegen situe
ring van het archief op de zolder-verdieping van het Gemeentehuis.
De voorzitter zegt, dat in de nieuwe versie de plaats voor het
archief reeds is gewijzigd.
Ook de Heer Dirven benadrukt dat het aanvullend voorstel van de
Heer Hennekam niet gezien moet worden als een koppeling.
Verder merkt hij op, dat van de bejaardenzorg, zoals door de coa
litie destijds werd gesteld, bijzonder weinig terecht is gekomen,
hetgeen de behoefte aan een gemeenschapshuis nog eens aantoont.
Het welzijnswerk houdt volgens hem niet in dat bij het beschikbaar
stellen van een gebouw dit werk zichzelf wel zal ontplooien; er
is behoefte aan personen die dit werk begeleiden.
In het gemeenschapshuis zouden volgens spreker kunnen worden onder
gebracht: de muziekschool, de bibliotheek, bejaardenzorg, creatief
bezig zijnde jongeren en talloze andere zaken.
Het peilen van de behoefte vindt hij onjuist, daar deze tijdens
het gebruik in voldoende mate zal blijken.
De voorzitter is van mening, dat de jeugd de mogelijkheden met de
bestaande jeugdlokaliteiten niet heeft benut.
Voor de bejaarden vindt hij deze voorziening niet meer nodig, nu
zij een onmiddellijke opvang in het bejaardencentrum hebben gekre
gen. De noodzaak van huisvesting van de bibliotheek en van een de
pendance voor de muziekschool onderschrijft hij.
Tenslotte vraagt hij nogmaals in welke volgorde de zakenvoorkomend
op de prioriteitenlijst, moeten worden behandeld.
De Heer Miltenburg vindt de verbinding van het Gemeentehuis met het
voormalig klooster onefficiënt; het Gemeentehuis wordt hierdoor be
zijden de Markt geschoven. Voorts meent hij, dat ondanks de latente
behoefte er voldoende redenen aanwezig zijn om een gemeenschapshuis
te realiseren. Daarbij is steeds gedacht aan het voormalig klooster.
De mislukking van de reeds geboden mogelijkheden in de twee gemeen
schapshuizen, is zijns inziens veroorzaakt door het gemis aan bege
leiding der jeugd. Hij begrijpt dat door de groei van de gemeente
de behoefte tot uitbreiding van het Gemeentehuis is ontstaan, doch
hij waarschuwt er voor dat niet te hard van stapel moet worden ge
lopen en dringt derhalve aan op matiging van het plan. Het gaat
hier om f.500.ODD,
De Heer van de Mosselaar merkt op, dat alleen het nemen van een
principe-besluit met betrekking tot de uitbreiding van het Gemeen
tehuis en de wijze, waarop dit dient te geschieden, aan de orde is.
Het gelijktijdig in discussie brengen van het niet aan de orde
zijnd punt, namelijk het gemeenschapshuis, komt volgens hem de be
sluitvorming over het voorliggend voorstel niet ten goede.
Overigens gaan zijn gedachten, met betrekking tot het gemeenschaps
huis, uit naar het benoemen van een commissie van onderzoek naar de
noodzaak hiervan, waarin onder andere de Heer Dirven zitting zou
kunnen nemen. Hij is van mening dat in deze zaken thans meer poli
tiek wordt bedreven dan een werken naar de besluitvorming.