De voorzitter antwoordt op de vraag van de Heer Jansen dat bij ver
huizing naar een woning, waarvan de huurprijs 40% meer bedraagt,
thans een vergoeding van f.1.000,wordt voorgesteld en vervolgens
bij een 50%, 70% en 90% duurdere woning de vergoeding respectieve
lijk f.1.250, f.1. 500,— en f.1.750,
Naar zijn mening zullen de meeste doorstromers in het tarief van
70% en 90% vallen.
Tenslotte merkt hij op, dat in evengenoemde bedragen tevens de ver
huiskosten zijn begrepen.
De Heer Hennekam geeft te kennen de doorstroming met een geldelijke
beloning te willen stimuleren; zijn fractie wil de woorden "binnen
de gemeente" laten vallen.
Voorts spreekt hij zijn twijfel uit over het resultaat van de door
stroming en wil derhalve binnen enige maanden hierover worden geïn
formeerd
In verband met de sociale rechtvaardigheid is het zijns inziens nood
zakelijk direct hardere maatregelen voor doorstroming voor te berei
den, temeer daar voorlopig de laatste woningwetwoningen worden ge
bouwd
Vervolgens licht hij toe, dat de fractie vooral in extreme gevallen
de nodige druk wil uitoefenen.
De voorzitter merkt op, persoonlijk iets van de mening van het College
van Burgemeester en Wethouders af te wijken, daar hij meent dat huur
ders, die steeds huurverhogingen hebben betaald, niet extra belast
dienen te worden.
Hij vergelijkt de positie van de huurder van een woning met de koper
van een huis, waarbij duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht, de
gunstige positie van de koper.
De Heer Dirven vestigt de aandacht op het feit, dat naast de personen
die gelet op hun positie een hogere huur kunnen verwonen, er velen
zijn waarvoor een huur van plm. f.235,per maand, een zware last
is.
Vervolgens benadrukt hij het doel van de bouw van woningwetwoningen.
De voorzitter zet uiteen, dat het Rijk als het ware een huurbelasting-
politiek nastreeft, welke hij de gemeente laat uitvoeren.
De Heer Jansen is niet gelukkig met deze zaak.
Naar zijn oordeel moet men de woningen aan de bewoners verkopen voor
een prijs, waarin alle kosten, die in huurprijs verdisconteerd zijn,
zijn berekend. Door hierbij gefundeerde subsidie-verlening toe te
passen kan dan naar een aenvaardbaar eigen-woning-bezit worden gestreefd.
Hij stelt voor in de huurcontracten zowel van de 5G nieuwe als van
de leegkomende woningwetwoningen de bepaling op te nemen, dat bij
overschrijding van een bepaald inkomensbedrag met een huuropzegging
wordt ingestemd en de woning dientengevolge zal worden ontruimd.
Zijns inziens kan evengenoemde maatregel op circa 50% van het areaal
woningen worden toegepast.
De voorzitter betuigt zijn instemming met dit voorstel, doch wijst er
op dat bij verlaten van bestaande woningen nieuwe huurcontracten moe
ten wordenontworpenteneinde moeilijkheden te voorkomen.
Wethouder Roeien meent, dat de te stellen norm zodanig dient te zijn
dat men in elk geval bij het verlaten van een woningwetwoning in aan
merking moet kunnen komen voor eigenbouw met gemeente-garantie.