-7-
De voorzitter merkt nog op, dat hij zelf de grond van de Gebrs. Dir en
aan de Beeksestraat heeft betaald om een einde te maken aan de zeer
moeilijke onderhandelingen met deze personen.
De Heer van Geel stelt namens de coalitie dat aanslagen van f.50,tot
f.487,heel redelijk zijn, daar in dit systeem de minst draagkrac'nti-
gen ook het minst betalen.
De Heer Hennekam kan zich op het standpunt van vorige spreker stellen,
daaraan toevoegend, dat de nieuwe panden in feite anders beoordeeld
dienen te worden dan de reeds lang bestaande panden, ofschoon dit be
lasting-technisch wellicht niet mogelijk is.
De Heer Jansen bevreemdt het, dat de verantwoordelijke Wethouder van
financiën zich wel stelt achter alternatief B, doch over mogelijkheid
C geen uitsluitsel geeft.
Naar zijn mening is noch het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
noch het voorstel van de raadscommissie financiën geheel juist. Indien
belastingen om budgettaire redenen geheven moeten worden, dan dienen
de heffingen zijns inziens zo laag mogelijk te zijn. Voorts is hij*
voorstander van verlaging van het verhaalspercentage van 75% naar 60%.
De raadscommissie financiën heeft zich afgevraagd, wat de afkoopsom
zou bedragen, indien iemand hiertoe zou besluiten. Hij zou het rede
lijk vinden, dat iemand, die de 30 jaar lopende baatbelasting het
eerste jaar afkoopt, een korting verkrijgt van 30% en vervolgens jaar
lijks 1% minder. Hij vermoedt dat dan vele belastingplichtigen van de
afkoopmogelijkheid gebruik zullen maken.
Wethouder Roeien vindt het uit een oogpunt van rechtvaardigheid onjuist,
indien het verhaalspercentage van 75 naar 60 verlaagd zou worden. Hij
zet dit uiteen aan de hand van de ruilverkavelingsbaatbelasting.
De voorzitter attendeert er op, dat verlaging van het verhaalspercentage
voor de gemeente betekent dat 40% van de kosten ten laste van de algemene
dienst komen. Dit vindt hij ongewenst omdat het voordelige begrotings
saldo van dit jaar het volgend jaar bij de verbouwing van het gemeente
huis wegvalt.
De Heer Jansen wijst er op dat verlaging van het verhaalspercentage
slechts een jaarlijkse last van f.1.500,betekent. Voorts verdedigt
hij zijn voorstel, waarbij hij enerzijds opmerkt dat het uitgangspunt
de verkrijging van een mooie invalsweg is geweest en anderzijds dat de
mensen van een eventuele belastingheffing tevoren niets wisten.
De voorzitter merkt op, dat praktisch 70% van het huidige inwonertal
de kosten van aanleg van riolering zelf heeft betaald.
Wethouder Roeien voegt hieraan nog toe, dat de eigenaren in het ruil-
verkavelingsgebied ook niet tevoren wisten wat men te zijner tijd aan
belasting zou moeten gaan betalen.
De Heer Hennekam stelt als compromis voor het kiezen van mogelijkheid
B en dit aan te vullen met de door de Heer Jansen voorgestelde afkoop
mogelijkheden.
De voorzitter stelt voor dit agendapunt aan te houden, om de diverse
mogelijkheden in samenhang met de afkoopregeling te bezien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit voorstel aan te
houden
9Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling ex artikel 55bis
der Lager Onderwijswet 1920 voor 1973.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.