-20-
22Voorstel tot herbenoeming van leden van de Stichting Gertrudisoord
De voorzitter voegt hieraan toe, dat tot dusver geen tegenkandidaten
zijn voorgesteld en vraagt of van deze mogelijkheid alsnog gebruik
wordt gemaakt.
Aangezien hierop ontkennend werd geantwoord, beperkt de stemming
zich tot de aftredende leden.
Mevrouw van Dongen informeert of in de statuten van Gertrudisoord
een bepaling is opgenomen met betrekking tot het aantal herbenoe
mingen van de bestuursleden.
Wethouder van der Westen antwoordt hierop, dat geen maximale ter
mijn voor herbenoeming van leden is gesteld.
De voorzitter vraagt de Heren Lockx en Miltenburg om als leden van
het stembureau te fungeren en stelt schriftelijke stemming aan de
orde
Na de stemming deelt de Heer Lockx als voorzitter van het stembureau
mede, dat 10 stemmen zijn uitgebracht op zowel Mevrouw A.Driedijk
als de Heer P.Farla.
De voorzitter constateert mitsdien dat beide aftredende leden met
algemene stemmen zijn herbenoemd.
23Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing en invorde
ring van een ruilverkavelinqsbaatbelastinq.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.
24Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor aankoop van
kunstvoorwerpen
De voorzitter merkt op dat de raadscommissie financiën geen beden
kingen heeft en antwoordt op de tijdens de commissievergadering
bij de Heer Miltenburg gerezen vraag over de doeltreffendheid van
deze aankoop van kunstvoorwerpen.
Voorts zet hij uiteen dat het College van Burgemeester en Wethou
ders der gemeente Breda zijn aankoopbeleid afstemt op de adviezen
van de directeur van de Beyerd.
Tenslotte zegt hij, dat de bedoeling van het fonds is hieruit regel
matig kunstvoorwerpen te kunnen kopen, zodat niet voor iedere kleine
aankoop de goedkeuring van de Raad is vereist.
De Heer Miltenburg dankt de voorzitter voor zijn antwoord en infor
meert vervolgens of men aan de contra-prestatie-regeling gedacht
heeft
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend en voegt er aan toe,
dat alle in het gemeentehuis aanwezige kunstvoorwerpen hiervan af
komstig zijn.
De Heer Jansen zegt te vermoeden dat de contra-prestatie-regeling
niet meer bestaat.
De voorzitter gaat uitvoerig in op de bedoeling van het te vormen
fonds, als het te voeren aankoopbeleid op advies van deskundigen
geschiedt. Voorts wijst hij op de waardestijging van de kunstvoor
werpen