-4-
De kritiek over de shotvelden vindt hij onjuist, temeer daar
onlangs nog grond is aangekocht en de daarop betrekking hebbende
besluiten recentelijk goedkeuring van Gedeputeerde Staten hebben
verkregen
Ofschoon de gemeente wel bij het muziekonderwijs is betrokken
is dit toch in feite geen gemeentelijke aangelegenheid.
Op 14 januari 1972 heeft een bespreking tussen de provinciaal
consulent van muziekonderwijs (de heer Smeets), de heren
Gijsbregts en de Raat namens de ouderverenigingen en namens het
gemeentebestuur de beide wethouders alsmede de secretaris en de
ambtenaar "onderwijs" plaatsgevonden. Besloten werd op voorstel
van de heer Smeets een bijeenkomst te beleggen met de plaatselijke
initiatiefnemers. Naar aanleiding van de in oktober 1972 verschenen
nota heeft de heer Smeets toegezegd de mogelijkheid van het
alhier vestigen van een dependance te bezien. Tenslotte heeft
hij zich bereid verklaard de raad over deze materie een toelichting
te geven.
Vervolgens gaat wethouder van der Westen in het kort in op de
problemen van de bejaarden. Hij onderschrijft de moeilijkheid
inzake opvang van bejaarden voor ontspanning en recreatie.
Hij vestigt vervolgens de aandacht op de nota van aanbieding,
waarin het batig saldo op de begroting 1973 is toegelicht. Het
verdient aanbeveling de begrotingswijzigingen kritisch en attent-
vol voor te bereiden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
zal bij de regering op verhoging van de uitkeringen uit het gemeente
fonds blijven aandringen. Rekening moet worden gehouden met een
verhoging van de heffing ter bestrijding van de milieu-veront-
reiniging
Bij nieuwe voorstellen met betrekking tot de heffing van plaatse-
lijke belastingen is het raadzaam vergelijkingsmateriaal en
motivatie tot invoering c.q. wijziging in de belastingheffing
toe te voegen.
Met een woord van dank aan wethouder Roeien voor diens extra
inzet tijdens de vervanging van de burgemeester, sluit wethouder
van der Westen in eerste instantie zijn betoog.
Hierna verkrijgt wethouder Roeien het woord.
Wethouder Roeien merkt allereerst op zich voornamelijk tot het
terrein van openbare werken te beperken.
Hij betreurt het, dat het comité Haagsche Beemden Oost nog niet
is geinstalleerd wegens het uitblijven van de door de gemeente
Breda toegezegde aanstelling van een secretaris.
Door het rapport van de heer Jansen is een aantal belangrijke
zaken onder de aandacht van het college van burgemeester en
wethouders gebracht, hiermee zal bij de planning op langere
termijn rekening worden gehouden.
Naar zijn mening is de felle kritiek niet de bedoeling van de
woordvoerster der coalitie geweest.
Het horen van adviescolleges en het geven van inspraak aan
derden levert tijdverlies op, doch hieraan zal men moeten wennen.
Namens het college van burgemeester en wethouders zegt hij
verheugd te zijn over de voorzieningen, welke men in 1972 tot
stand heeft kunnen brengen. Als voorbeeld noemt hij de ver
breding van de Schoolstraat, de realisering van Velsgoed, de
reconstructie en riolering van de Meester Bierensweg.
De reden van de snelle start van het werk aan de Meester
Bierensweg was de mogelijkheid om voor een DACW-subsidie
in aanmerking te kunnen komen.