- 23 -
De heer H.J.P.M. Dirven merkte naar aanleiding hiervan op,
dat nu de verwachtingen niet al te hoog gespannen zijn, het
heel goed jogelijk is, dat het bestaande wegdek van de Mr.
Bierensweg gehandhaafd blijft. Hij vroeg zich af of de tijd
niet gekomen was om eens serieus te overwegen of het niet
mogelijk is de wegverbetering op een andere wijze aan te pakken.
De voorzitter antwoordde, dat de heer H.J.P.M. Dirven in feite
wel gelijk heeft, maar dat het gemeentebestuur zich toch moet
vasthouden aan deze strohalm. Het is best mogelijk, dat de defini
tieve beslissing niet al te lang op zich zal laten wachten en
mocht het zo zijn, dat Prinsenbeek or opnieuw heeft naastgegrepen
dan zullen Burgemeester en Wethouders zich inderdaad eens moeten
beraden of er andere mogelijkheden aanwezig zijn. Men moet
echter niet vergeten, dat dit een enorme last op het gemeentelijk
budget tot gevolg heeft; de belasting, die van de gebate panden
kan worden geheven, betekent in feite slechts een druppel op
een gloeiende plaat.
Zonder hoofdelijke stemming werd besloten het krediet ad
1.240.000,beschikbaar te stellen met de bepalingen, dat
over dit bedrag alleen mag wordenbeschikt, als de D.A.C.W. dit
werk subsidieert en dat omtrent de grootte van het te besteden
bedrag tevoren overleg wordt gepleegd met de Raad. Ook aan het
verzoek van de heer H.J.P.M. Dirven om te bezien of het wegdek
op andere wijze kan worden verbeterd, indien de D.A.C.W. subsidie
onverhoopt achterwege mocht blijven, zal gevolg worden gegeven.
Hierna schorste de voorzitter de vergadering om de leden in
de gelegenheid te stellen een kopje koffie te nemen.
Te ongeveer 21.30 uur heropende de voorzitter de vergadering
en stelde aan de ordes
Voorstel tot vaststelling van subsidie-regelingen voor ieugd-
sport en jeugdwerk.
De heer P.H.J. van de Mosselaar zeide niet aan de indruk te
kunnen ontkomen, dat de nieuwe subsidieregeling onbevredigend
gaat werken en wel ten aanzien van de subsidiering in de tech
nische leiding, en noemde in dit verband als voorbeeld de
Sportvereniging Prinsenbeek. Hij kon zich voorstellen, dat andere-
veel kleinere verenigingen - misschien wel het dubbele van het
vroegere subsidie kunnen ontvangen, doch de grootste vereniging
- de Sportvereniging Prinsenbeek - met 543 jeugdleden - zou
ongeveer op hetzelfde bedrag uitkomen. Men zou wel tot een hogere
subsidie kunnen komen, als men de verschillende onderdelen
van de Sportvereniging zou afsplitsen, maar hij dacht niet, dat
dit de bedoeling van de nieuwe regeling was. Ora een eerlijke
verdeelsleutel te verkrijgen zou hij willen voorstellen het per
centage betreffende de subsidiering van de technische leiding
te verhogen b.v. tot 30?i.