-7- waarvan men van tevoren weet dat zij om financiële of andere gronden niet kunnen worden gerealiseerd. Door het voortdurend bijsturen van de begroting kan volgens woordvoerster nooit worden bezien voor welke zaken een krediet beschikbaar is. In verband met de eventuele uitbreiding van de schoolaccommo- datie geeft spreekster in overweging de mogelijkheden van een reeds eerder bepleite verplaatsbare school te overdenken. Het nog in een aanvangstadium verkeren van de plannen met betrekking tot het muziekonderwijs wordt door de coalitie betreurd Vervolgens spreekt zij de hoop uit, dat de shotvelden gereali seerd worden; -de ruïne van de voormalige kerk spoedig zal worden afgebroken; -de reinigingskwestie in 1973 opnieuw in discussie zal komen. Ten aanzien van de reconstructie van de Schoolstraat merkt zij op, dat de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd geen reden is geweest om buiten de Raad zaken af te doen. De bereidheid van een plaatselijke aannemer inzake het bouwen van goedkopere woningen wordt nogmaals benadrukt. Men voelt voor de gedachte om alle plaatselijke aannemers een prijsop gave voor de bouw van goedkope woningen te laten doen. Afkeuring wordt uitgesproken over het uitblijven van voor lichting met betrekking tot wijzigingen in het concept-bestem mingsplan "kern Prinsenbeek 1972". Voor de langere duur voor afwikkeling van zaken in verband met de inschakeling van andere instanties toont zij begrip. Tenslotte vertolkt zij de bereidheid van de coalitie om tezamen met het college van burgemeester en wethouders mogelijkheden te bestuderen, die tot snellere afdoening van zaken kunnen leiden. Verwacht wordt dat 1973 de toezeggingen van 1972 gestalte zullen krij gen De voorzitter antwoordt dat het betoog van voorgaande spreekster hem niet tot andere gedachten heeft kunnen brengen met betrek king tot de gemaakte verwijten. Wethouder van der Westen vraagt mevrouw van Dongen concreet aan te geven, welke toezeggingen zouden zijn gedaan, waarvan niets zou jijn terecht gekomen. Verder licht hij nogmaals de vertraging van de bouw van de 50 woningwetwoningen toe. Mevrouw van Dongen repliceert dat bij het nazien van de duplieken 1972 geconstateerd kan worden dat wel over vele zaken van gedachten is gewisseld, maar weinig is uitgevoerd. De voorzitter brengt ten aanzien van de woningwetwoningen naar voren, dat bij raadsbesluit van 8 juni 1971 een krediet voor de bouw van 36 woningwetwoningen is gevoteerd en op 17 juni daaropvolgend de onderhavige bescheiden aan de directie Volkshuisvesting te s-Hertogenbosch zijn gezonden. Op verzoek van evengenoemde instantie werden op 28 juni en 29 juli 1971 aanvullende bescheiden toegezonden. Eerst bij schrijven van 17 november 1972 is door de minister de vereiste medewerking toegezegd en meegedeeld dat de grondkosten slechts 7.170,per woning mochten bedragen, hetgeen betekent dat de gemeente 1.100,per woning moet bijbetalen. Met betrekking tot de 65 andere woningen werd opgemerkt dat van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 241