-8-
zijde van het departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening geen medewerking zal worden verleend deze woningen ir
de woningwetsector te bouwen.
Woordvoerder concludeert hieruit, dat in de nabije toekomst
geen woningwetwoningen meer zullen kunnen worden gebouwd.
De heer van Geel informeert of dit een gevolg is van de te
hoge bouwprijzen, die een zware belasting meebrengen voor
de minst draagkrachtigen
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend en verduidelijkt dat
het hier alleen om de grondkosten gaat. Zowel bouw- als
grondkosten zijn enigszins verhoogd, omdat werd uitgegaan van
een duurder type woningwetwoning Als reden hiervan ziet hij
het stimuleren van de bouw van premiewoningen. Het college
van burgemeester en wethouders heeft zich al eerder bereid
om verklaard/aan het IM.K.V. bouwvergunning te verlenen voor de
bouw van kwalitatief goede woningen tegen een redelijke prijs.
Wethouder van der Westen herinnert nog aan de tijd, waarin de
bouw van zogenaamde Bogaerts-woningen werd gestimuleerd en
tekent daarbij aan dat invoering van dit bouwsysteem een
duidelijke verpaupering in de woningbouw ten gevolge heeft
gehad
Hij verklaart nogmaals, dat hem van een aannemer, die bereid is
goedkope huurwoningen te bouwen, niets bekend is.
De heer de Raat brengt naar voren, dat er toch een aannemer
geïnformeerd heeft naar de mogelijkheden om met een beleggings
fonds woningen te bouwen.
De voorzitter waarschuwt namens het college voor de consequenties
bij het volgen van de zojuist omschreven handelswijze.
Als voorbeeld stelt hij de forse huurverhogingen en de daarmee
gepaard gaande aanvragen ter verkrijging van bijstand.
De heer van Geel blijft van mening, dat de bouw van goedkope
woningen voor minder draagkrachtigen tot de taak van de gemeente
behoort
Wethouder Roeien antwoordt in tweede instantie persoonlijk van
mening te zijn dat de kritische opmerkingen van mevrouw van
Dongen niet bedoeld waren in de geest zoals zij zijn overgekomen.
Hij onderschrijft de wenselijkheid met betrekking tot snellere
realisering van een aantal zaken, doch wijst er op dat inspraak
en goedkeuring tijd vergen.
De heer Jansen verlaat de vergadering.
De voorzitter verklaart, dat burgemeester en wethouders een
negatieve benadering door de coalitie betreffende het niet
afhandelen van een aantal zaken, van de hand wijzen.
Dat men niet op de hoogte is van diverse zaken wijt hij toe
aan het absenteïsme bij vergaderingen van raadscommissies.
Artikelsqewijze behandeling begroting 1973.
De voorzitter geeft in overweging het rapport van de raadscom
missie financiën zo veel mogelijk te volgen.
Naar aanleiding van de bedenkingen tegen de lage huurprijs van
de ambtswoning verklaart hij zich bereid te willen verhuizen,
indien dit noodzakelijk wordt.
De heer Hennekatn vraagt namens de raadscommissie voor financiën
begrip voor een zakelijke beoordeling van dit punt.
Het zet het standpunt van de commissie uitvoerig uiteen en geeft