-11 - Conform het voorstel van de voorzitter wordt dit punt aange houden tot na de behandeling van de rioolbaatbelasting Meester Bierensweg Bij punt 62 op bladzijde 7 tekent de voorzitter aan, dat de door de Heer Jansen gestelde vraag al is beantwoord. Ten aanzien van punt 90 streekarchivaris, merkt de voorzittei op, dat hij met deze post niet gelukkig is. Als reden hiervan wordt aar ge geven de overbelasting van de Heer Lohman en de toenemende interesse van derden voor het archiefwezen. Door zijn ambulantism^ namelijk één dag per week in de gemeente Etten-Leur, één in Prinsenbeek, een in Hoeven, één in 5tandaardbuiten en eenmaal in Oudenbosch kan hij nooit vruchtbaar werken voor degene, die informatie wil trekken. Het ligt namelijk in de bedoeling in Etten-Leur, voor rekening van de centrale dienst, één persoon voor permanente bezetting aan te stellen. Hij onderschrijft hierbij de mening van de Heer Jansen, dat men steeds zaken krijg't opgelegd waar men zelf geen enkele invloed op heeft. Aangezien geen der leden hierover verder het woord verlangt, wordt met deze uitgave ingestemd. Over punt 92, namelijk de kosten van de Regioraad, merkt de voorzit ter op, dat de uitgaven zoveel mogelijk dienen te worden beperkt. Wethouder van der Westen meent dat een hogere kostenraming volgens de regio-begroting nog niet nodig is. Bij punt 110, brand- en blusmiddelen, brengt de voorzitter de raads leden op de hoogte van de aanschaf van een tweedehands hogedrukspuit. In februari 1973 zal deze aan het brandweermaterieel worden toege voegd. Volgens verwachting zal deze ruim 5 jaren meegaan, zodat in deze periode hiermee ruime ervaring kan worden opgedaan. Wethouder Roeien stelt de Raad een prae-advies tot de bouw van een garage op het terrein van Openbare Werken in het vooruitzicht. De Heer Hennekam informeert in welke raadsvergadering het verslag van de verkeersramp zal worden behandeld. De voorzitter antwoordt hierop, dat het rapport thans gereed is en in de vergadering van januari a.s. zal worden behandeld. Hij wijst erop dat de kosten voor Prinsenbeek 20.000,bedragen. Met de inhoud van het rapport kan hij niet geheel instemmen. Aan de hand van een zeer uitvoerig verslag kan de Raad dan oordelen over het beschikbaar stellen van het krediet. Vervolgens worden de punten 49 en 197 inzake de baatbelastingen aan de orde gesteld. De voorzitter zegt dat de jaarlijkse opbrengst van de elektriciteits baatbelasting 2.125,bedraagt en die van de waterleidingsbaat belasting 1.714,Al deelt Wethouder van der Westen het stand punt van de raadscommissie niet, toch stelt de meerderheid van de raadscommissie financien voor deze baatbelastingen per 1 januari 1973 in te trekken en het resterende bedrag van 34.200,ten laste van het dienstjaar 1972 of 1973 ineens af te schrijven. Wethouder van der Westen vindt het onjuist dat enerzijds belastingen worden verhoogd, terwijl gelijktijdig anderen worden afgeschaft. Voorts vestigt hij er de aandacht op, dat een gedeelte van het be lastinggebied in het oostelijk deel der gemeente is gelegen en Breda daarvan profijt heeft. De Heer Hurks vraagt hoe deze baatbelasting is berekend. De voorzitter antwoordt hierop, dat het bedrag van de belasting steeds hetzelfde is,; hetgeen inhoudt dat bij een groter aantal ob jecten het bedrag der belasting per object geringer wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 245