-11-
50 cent per inwoner niet beschikbaar te stellen alvorens
hieromtrent gieer duidelijkheid bestaat.
De Heer van de Mosselaar is er van overtuigd dat de gegevens
omtrent het woningmarkt-onderzoek, zowel quantitatief als
qualitatief, vastliggen in eerdere onderzoekingsresultaten
onder andere de volkstelling; naar zijn persoonlijke mening
is zo'n onderzoek voor Prinsenbeek niet nodig; hij heeft
sterk de indruk dat de kosten van onderzoek van een gemeente
via de Regio op alle andere gemeenten gaan drukken, wat hij
toch bezwaarlijk vindt; daarnaast acht hij het onjuist dat
na een week de kosten van het onderzoek ai f.25.000,— hoger
worden geraamd.
De Heer Dirven. er van uitgaande dat het woningmarktonder
zoek voor tien jaren gaat gelden, meent dat een onderzoek
binnen de huidige grer, 'en van de Regio geen soulaas biedt
omdat de grote partners Oosterhout en Etten-Leur ontbreken;
de cijfers van deze beide laatste gemeenten moeten in het
onderzoek worden betrokken; de uitgangspunten, de vraagstel
lingen moeten identiek zijn of worden geïncorporeerd; dit
moet bij de Regio gesteld worden.
De Heer Hennekam merkt op, dat hij het wel met de geopperde
gedachte eens is, maai" dat de samenwerking in regionaal ver
band ook betekent het gezamenlijk betalen, ook al heeft
Prinsenbeek mogelijk weinig profijt van de resultaten, ove
rigens vreest hij een onmogelijke situatie omdat Oosterhout
en Etten-Leur samenwerking met de Regio Breda blijven weige
ren en bij vasthouden hieraan het gevaar bestaat dat er in
regionaal verband helemaal niets van de grond komt; we moe
ten wel deelnemen aan het onderzoek maar onze kritische kant
tekeningen op tafel leggen bij de Regio Breda, desnoods zeg
gen dat we in het vervolg in dergelijke zaken geen medewerking
geven, althans niet er voor betalen.
Wethouder Roeien zegt, dat het Ministerie sterk rekening houdt
met de cijfers van het woningmarktonderzoek als het gaat om
toewijzing van premiewoningen, enzovoorts; de bijdrage van het
Rijk wordt zelfs alleen toegewezen als het onderzoek groter is
dan alleen gemeentelijk.
De voorzitter ziet de kosten van het onderzoek als een ver
plichte uitgaaf, al kunnen er uiteraard bezwaren worden inge
diend; bij onderstreept de gedachte van de Heer Hennekam om
wel met het onderzoek in te stemmen, doch tegelijk aan te
dringen op incorporatie van de vraagstellingen van Oosterhout
en Etten-Leur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten, welk voorstel wordt aangevuld met het drin
gend verzoek om incorporatie van de vraagstellingen
van Oosterhout en Etten-Leur.