- 4 - ad. schrijven van het dagelijks bestuur van de Regio Breda inzake begroting 1973 (zie onder agenda-punt 18); ae. discussiebijdrage P.A.K.-Breda en D'66 afdeling Breda, inzake ontwikkelingsplan Haagsche Beemden; af. Mededeling van Burgemeester en Wethouders inzake de decora tieve aankleding van het gebouw "de Griffioen" aan de Schoolstraat. ad ac: Namens zijn fractie zegt de heer Miltenburg het volgende: Naar aanleiding van de bijdrage door het comité tegen de milieu-vervuiling heb ik namens fractie lijst één er enige opmerkingen aan toe te voegen. De activiteiten van dit comité kunnen wij mogelijk als onprettig en lastig ervaren. Maar pressie uitoefenen gaat nu eenmaal niet met vriendelijke verzoekjesl Het lijkt mij juist te stellen, dat wij hier te doen hebben, met mensen die het op de eerste plaats heel goed menen met het wel en wee van Prinsenbeek en de zaken mijns inziens ook duidelijk zien. Hun bijdrage heeft een ver- antwoorde en objectie inhoud. Sr is thans vijf maanden gewerkt door een gereorganiseer- de dienst vuilnisophalen, zodat thans enige kanttekeningen daaromtrent gewettigd lijken. Het comité legt het accent van de actie op de plastic zak. In de afgelopen vijf maanden zijn er hier naar mijn schatting minstens zo'n 60.00Qm2 onverteerbare folies verbruikt. Dat is een indrukwekkend getal, daar kan men 6 hectare grond mee afdekken. Niet verhelend dat deze hoeveelheid er extra aan wordt toegevoegd, acht ik per- soonlijk datgene wat wij in deze zakken wegwerpen nog erger. Allerlei soorten van plastics, folies, onverteer- bare weefsels en ontelbare flessen enzovoorts bepalen hoofdzakelijk de inhoud. Het is bekend, dat wij als gevolg van welvaart en industriële ontwikkeling, in toenemende mate afval zijn gaan produceren. Bovendien heeft de chemische ontwikkeling de aard van het afval sterk ver- anderd. Kon men nauwelijks tien jaar geleden stellen, dat het in de grond gestorte huisvuil na betrekkelijk geringe tijd door biologische werking goeddeels in compost werd omgezet (tuinders en boeren gewagen van goede resultaten op die stortgronden) thans is het realistisch te stellen dat wij op onverantwoordelijke wijze grond aan het bederven zijn. De juiste oplossing van dit probleem is de bijna totale vernietiging. Door de hoge kosten daarvan zal dit echter in regionaal of groter verband moeten worden opgelost en dit zal dus nog wel enige jaren op zich laten wachten. Mijn vraag is, kunnen wij daarop rustig wachten on ondertussen door gaan met een in toenemende mate van dit soort milieu-vervuiling?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 97