-13- De Heer van de Mosselaar onderstreept allereerst de onvolledigheid van het rapport van de raadscommissie Openbare Werken; in dit ver band verwijst hij naar een gelijksoortige onvolledigheid inzake de huisvuilophaaldienst, hetgeen tot gevolg heeft dat op deze mate rie steeds moest worden teruggekomen. Het voorliggend rapport be kritiseert hij als een optelling van cijfers, waaraan geen der le den iets heeft. Een rapport over de arbeidsprestatie had voorkeur verdiend. Hij geeft in overweging om alsnog een arbeidsanalyse van Openbare Werken te laten samenstellen. De voorzitter wijst er op, dat de kritiek over voorstellen, versla gen tot Burgemeester en Wethouders dienen te worden gericht, daar zij hiervoor verantwoordelijk zijn. Hunnerzijds zal er dan voor wor den zorggedragen de opmerkingen aan de betrokken ambtenaar door te spelen Wethouder Roeien noemt deze nota niet slecht; er is aan het verzoek van de Raad voldaan; hij voegt hieraan toe zelf in het verleden te hebben voorgesteld een deskundigenbureau een uitgebreid rapport te laten uitbrengen, doch hiertoe werd niet besloten. Ter verduidelijking van een aantal gegevens zijn zijnerzijds enkele notities toegevoegd aan de posten onderhoud gebouwen, ambtswoning, wegen buiten bebouwde kom, kermisterrein, stortplaats grondbedrijf. Hij meent een duidelijk verschil te bespeuren in vergelijking met de nota's over de reinigingsdienst. De Heer Hennekam concludeert aan de hand van de uiteenzetting van Wethouder Roeien, dat de Raad dan een zinloze opdracht heeft gegeven. Gezien tegenover de verbetering der public relations betreurt hij dat in het voornoemde rapport totalen, kwartalen etc. zijn wegge vallen, dan wel onleesbaar zijn, bovendien op goedkoop papier ge bracht De Heer van de Mosselaar acht het beledigend, zoals door Doenbare Werken de laatste tijd de stukken worden voorbereid. Wethouder Roeien stelt, dat de reiniging niet altijd door Openbare Werken is voorbereid. De Heer Hurks vraagt of in deze nota de uren van de twee topfunctio narissen van Openbare Werken zijn verwerkt. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. Voorts onderschrijft hij de slechte verzorging van het rapport. De Heer Hennekam meent dat het rapport dan niet volledig is. De Heer van de Mosselaar is van oordeel dat er geld moet worden uit gegeven voor een goed rapport en voor een analyse. Wethouder van der Westen wijt de slechte verzorging en de onvolle digheid van het rapport aan het korte tijdsbestek dat voor de samen stelling ervan aanwezig was. Hij wijst voorts op de consequenties van een snelle toezegging in de Raad, dat in de volgende vergade ring een rapport zal worden aangeboden. Wethouder Roeien merkt aan de hand van de notulen op, dat aan de op dracht is voldaan;het kwartaalsgewijs aangeven welke werken zijn uitbesteed, is bij de samenstelling van het rapport echter achter wege gelaten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 103