-10-
De voorzitter antwoordt hierop dat belanghebbenden een die nd
gelegenheid hebben hun bezwaren kenbaar te maken en de Raad eerst
na 3 maanden moet beslissen.
De Heer Dirven geeft in overweging de publicatie te doen na be
spreking in de commissie Ruimtelijke Ordening.
De voorzitter zegt dat dit niet de juiste procesgang is: men kan
bezwaar maken tegen de principe-lijnen. Dit plan dient na de ter
visie ligging in de commissie Ruimtelijke Ordening te worden be
sproken.
De Heer Hennekam licht de bedoeling over de publicatie van De Heer
Dirven toe, namelijk een kennisname op korte termijn en nadien een
beoordeling geven. Aangezien dit slechts een maand vergt, levert
inwilliging van dit verzoek geen bezwaar op.
De voorzitter antwoordt er mee te kunnen instemmen dat de commissie
dit plan nu reeds doorspreekt.
De Heer van Geel vindt belangrijk de perceelsbreedten van ver
scheidene panden te bezien, daar deze slechts weinig gewijzigd
zijn en hierover de meningen verdeeld zijn. Enige uitbreiding
acht hij wenselijk om aan de verlangens van de eigenaren tege
moet te komen.
De voorzitter acht het bezwaarlijk dat de Raad op deze manier
een plan gaat ontwerpen: dat is de taak van Burgemeester en Wet
houders. Tegen amendering heeft hij echter geen bezwaar.
De Heer Hennekam is van mening, dat door het bijeenroepen van de
commissie Ruimtelijke Ordening ten tijde van de publicatie geen
bevoegdheden worden doorkruist.
Wethouder van der Westen licht in het kort eerst de formele gang
van zaken toe. Vervolgens brengt hij naar voren, dat de bezwaren
individueel zijn. Zijns inziens is het verstandig eerst het ont
werp bestemmingsplan ter inzage te leggen om nadien te kunnen
bezien of de individuele bezwaren in het algemeen beleid kunnen
worden ingepast.
Nadien kan het gewijzigde bestemmingsplan worden aangeboden,
hoewel de vraag rijst, of dit plan dan nog voor goedkeuring
vatbaar is.
De Eeer v.d. Mosselaar wil in de publicatie duidelijk tot uit
drukking laten komen, dat dit een ontwerp-plan is.
Wethouder Roeien herinnert in dit verband aan de proceduregang
van het bestemmingsplan "Haagsche Beemden - Oost".
De Heer Dirven constateert tussen beide plannen een groot verschil,
daar het onderhavige plan op verzoek van de Raad i.v.m. de libera
lisering van de bouwvoorschriften is voortgekomen.
Wethouder Roeien antwoordt dat de procedure identiek is.
De Heer v.d. Mosselaar suggereert in verband met mogelijke verwarring
omtrent de publicatie, er een toelichting bij te voegen die zodanig
moet zijn geredigeerd, dat kritiek van de bevolking op het plan
wordt uitgelokt. Z.his dit noodzakelijk, omdat de communicatie met
de bevolking toch al beperkt is.
De voorzitter wijst erop, dat het College van Burgemeester en Wet
houders alleen maar behoeft uit te voeren, wat door de Raad is be
paald.