-11-
Nu de Raad een andere visie had, hebben Burgemeester en Wet
houders de voorschriften van alle plannen onder een noemer
gebracht. We hebben onze planoloog gevraagd een uniform ontwerp o
te stellen; hetgeen niet inhoudt, dat aan ieders verzoek kan worden
voldaan.
De Heer v.d. Mosselaar herinnert de voorzitter eraan, dat laatstgenoem
de in de nieuwjaarsrede toegezegd heeft, de bevolking meer bij het
gebeuren in de gemeente te betrekken door middel van "De Klepel".
Aangezien niet iedereen alles even duidelijk begrijpt, is juist een
toelichting zo belangrijk.
De voorzitter vreest, dat de Heer v.d. Mosselaar puntoplossingen wil.
Als men nu bepaalde regels vaststelt komt men bij afwijzing door het
College van Burgemeester en Wethouders op basis van deze regels weer
met een verzoek van deze regels af te wijken.
De Heer Dirven geeft te kennen dat hij het met deze opvatting niet
eens is.
De voorzitter onderschrijft, dat tussen de periode van de vaststelling
van de planvoorschriften in 1959 en hedentendage een heel andere op
vatting over wonen is ontstaan. Als voorbeeld stelt hij de diepte van
een woonkamer welke uitgebreid kan worden.
Indien men bij aaneengesloten bebouwing b.v. een serre van 3 meter
hoog aan de woning wil bouwen en anderen daardoor gehinderd worden,
dan dient dit te worden geweigerd.
De Heer v.d. Mosselaar stelt dat de Raad deze materie goed wil bestu
deren, enerzijds omdat wij er de laatste jaren zoveel mee geconfron
teerd zijn, anderzijds om straks achter het beleid van het College van
Burgemeester en Wethouders te kunnen staan.
De voorzitter is de mening toegedaan dat in "De Klepel" duidelijk de
harmonisatie van de bebouwingsvoorschriften in de diverse bestemmings
plannen kan worden meegedeeld.
Hij licht toe, dat alle bezwaren, welke inkomen naar aanleiding van
de publicatie, in handen van de commissie Ruimtelijke Ordening worden
gesteld die dan hierover aan de Raad adviseert.
De Heer v.d. Mosselaar blijft van mening dat door de formele publicatie
verwarring zal ontstaan. Hij geeft derhalve in overweging niet te
ambtelijk te publiceren.
De voorzitter vermoedde eerst dat de Raad het plan wilde vaststellen
en eerst dan publiceren.
De Heer Hennekam verwacht dat er veel reacties zullen komen, daar zijns
inziens na enige jaren, als de top van de hypotheek van de woning in
plan West of Zuid af is, voer nieuwbouw wel belangstelling bestaat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten met het ontwerp-bestemmings-
plan "Kernplan Prinsenbeek 1972" in te stemmen en de publicatie, welke
ingevolge de wet op de Ruimtelijke Ordening is vereist, uitvoeriger en
minder ambtelijk te doen geschieden.