-7-
10Nota inzake vergoeding aan raadsfracties.
De voorzitter deelt mede dat de behandeling van deze nota wordt
aangehouden - waarover de Raadsleden reeds in kennis zijn ge
steld - aangezien enkele nadere gegevens niet meer in de nota
konden worden verwerkt.
11. Nota inzake de situering van de sportvelden.
De voorzitter vertelt dat hij nog heden een overzicht - wat hij
intussen aan de Raadsleden uitreikt - heeft doen samenstellen
van aanwezige en op korte termijn te realiseren velden voor open
veldsporten in een dertiental Brabantse Gemeenten van dezelfde
allure als Prinsenbeek; voor zover de antwoorden op gestelde
vragen niet schriftelijk zijn ingekomen, is heden telefonisch
het antwoord opgevraagd; uit dit overzicht blijkt dat het plan,
destijds, van de Grontmij blijkbaar voor Prinsenbeek juist was;
de aard en te verwachten groei van elk dezer Gemeenten licht hij
enigszins toe; de telefonisch gegeven antwoorden zullen nog
schriftelijk worden bevestigd.
De Heer Jansen vindt het jammer dat de financiële resultaten van
het sportgebeuren - zijn er tekorten of overschotten - niet in
het overzicht zijn verwerkt; bovendien is waarschijnlijk niet
bekend of men met de opgesomde resultaten tevreden is.
De Heer Hennekam zegt dat de Heer Miltenburg het standpunt van
zijn fractie zal uiteenzetten.
De Heer Miltenburg stelt dat zijn fractie centralisatie van spor
ten op het sportpark de Heikant prefereert; om practische overwe
gingen, gezien de "ad hoe situatie", gaat zij akkoord met het
voorstel op zowel de Heikant als op Bosdal sporten onder te bren
gen; zij betreurt het dat in het voorstel geen aandacht is ge
schonken aan het alternatief plan van de Heer Dirven; bij de uit
werking van het voorstel dient rekening te worden gehouden met
gezinssport en gezinsrecreatie, zoals dat in Engeland, met name
in Wales, zo prachtig is gerealiseerd; hoe de ontwikkeling van de
hockeysport zal zijn, moet worden afgewacht, doch de mogelijkheden
tot ruimte dienen te worden opengelaten; in dit verband moet juist
deze specifieke "gezinssport" aandacht hebben; naar zijn mening
is het huidige plan voor de hockeysport te eng; hij acht het ver
der jammer dat er straks vijf tennisbanen zullen zijn in plaats
van zes; hij pleit er voor, en dit zou bij zes banen eenvoudiger
te realiseren zijn, voor de toekomst ëën tennisbaan gereserveerd
te houden voor "vrije verhuur", waardoor \oor kleine groepjes mo
gelijkheden op dit gebied ontstaan; hij denkt hierbij aan de wat
ouderen (noemt de "witkoppen"); de situering van de kleedgele
genheid voor de tennissport is naar zijn mening verkeerd gesitu
eerd; kleren en andere bezittingen op die afstand achterlaten is
onverantwoord; de kleedruimte moet toch zonder al te hoge kosten
te verplaatsen zijn; met betrekking tot de ponyclub stelt hij
dat er een sterke ontwikkeling is, tevens dat de gemeenschap veel
plezier beleeft van deze club als representatie; de club moet
niet aan zichzelf worden overgelaten; aan deze club moeten ook