-13- 10.c. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet er „esu.x-- van de kosten van de verkeersramp op 25 augustus 1972 op ri.iksweg 1 onder de gemeente Prinsenbeek. De voorzitter stelt het College van Burgemeester en Wethouders het standpunt innemen, dat noch de kosten van de assistentie door de brandweer van Zevenbergen, noch de kosten van bewaking van opge slagen goederen en autowrakken voor rekening van Prinsenbeek mo -°n komen, terwijl de commissie financiën van mening is dat de bewaking - kosten wel door Prinsenbeek dienen te worden betaald. De Heer Hennekam vindt, dat de gevolgen van de verkeersramp zo on voorstelbaar groot zijn, dat de discussie over de kosten ervan eigen lijk achterwege dient te blijven. Hij betreurt het, dat de plaatse lijke vrijwillige brandweer niet is opgeroepen om assistentie te ver lenen en dat dit verzuim bij de brandweerlieden van Prinsenbeek on plezierig is overgekomen. De Heer Miltenburg vraagt, wie de plaatselijke brandweer had moeten waarschuweno De -Heer Lockx informeert naar de reden, dat onze vrijwillige brand weer niet is gewaarschuwd. De Heer Dirven is van mening, dat juist het gedeelte van rijksweg 16, waar de ramp heeft plaatsgevonden, zeer gevaarlijk is en acht in ver band met de verkeersveiligheid de plaatsing van praatpalen aldaar zeer gewenst. Bespoediging m.b.t. de plaatsing ervan, desnoods voor rekening van de gemeente, is zijns inziens noodzakelijk. Wethouder Roeien brengt naar voren, dat de plannen voor plaatsing van praatpalen langs deze weg al v<5(5r de verkeersramp bestonden. De Heer van de Mosselaar vraagt zich af, of de gemeente zich voor de meergenoemde kosten kan verzekeren. De voorzitter antwoordt, dat de gemeente een redelijk eigen risico moet nemen, temeer daar zo'n geval zelden voorkomt. Over het niet- inschakelen van de plaatselijke brandweer merkt hij op, dat men bij de centrale alarmering 0011heeft nagelaten onze gemeente bij de hulpverlening te betrekken. Vervolgens geeft hij een uitvoerige uit eenzetting over de gang van zaken bij de verkeersramp. Met betrekking tot de plaatsing van praatpalen merkt hij op, dat dit plan al in een vergevorderd stadium verkeert en dat bovendien gedacht zou kunnen worden aan plaatsing van waarschuwingsborden met het opschrift "gevaarlijk bij mist". Voorts vestigt hij de aandacht erop, dat bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een regeling in voorbereiding is, waardoor men verplicht wordt aan de buitenzijde van een oplegger met tank een stalen plaat of inponsing aan te brengen, waarop de inhoud staat aangegeven. Voorts deelt hij mee aan de Commissaris van de Koningin een uit voerig rapport over de verkeersramp te hebben toegezonden. In een bijbehorend schrijven heeft hij voorgesteld met alle partijen nog eens bijeen te komen om te bezien wat uit deze ramp valt te leren. Hij spreekt daarbij de hoop uit, dat ook topfunctionarissen van het desbetreffende Departement deze vergadering zullen bijwonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 13