-11-
De Heer Jansen zegt akkoord te gaan met de gedachte van de
Heer Hurksj anders lopen we kans dat tot onteigening wordt
overgegaan zonder dat we weten waarover het gaat; we moeten
ons formeel opstellen.
Wethouder Roeien stelt dat Prinsenbeek verantwoordelijk is
voor het besluit; daarnaast heeft hij geconstateerd dat,
op een of twee gevallen na, de aankoop van de percelen, op
de onteigeningslijst opgenomen, tot willige oplossing is
gekomen; in zoverre is de lijst niet juist.
De voorzitter concludeert dat hierover met Breda dient te
worden overlegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
Burgemeester en Wethouders te machtigen de
onteigeningsprocedure in werking te stellen
voor die gevallen, waarbij onderhandeling -
ook via Prinsenbeek - niet slaagt, en verder
a) Breda te wijzen op de onjuistheid van de
onteigeningslij st
b) Breda te herinneren aan de afspraak dat
niet tot onteigening wordt overgegaan na
dat ook de tussenkomst van een Prinsen-
beekse ambtenaar heeft gefaald.
26. Voorstel tot wijziging van het besluit van de Raad van 26
juni 1973 tot verhuur van grond aan de Protestants Christe
lijke Wijkraad te Prinsenbeek voor de oprichting van een
wij kqebouw.
De Heer Dirven complimenteert Burgemeester en Wethouders en
de Wijkraad omdat thans het probleem van de speelgelegenheid
voor de kinderen in die omgeving wordt opgelost.
De Heer van de Mosselaar stelt voor ook de Wijkraad te be
trekken in het gesprek over het opbouwwerk (zie agendapunt
23).
De voorzitter zegt dat bij het zoeken van een oplossing is
uitgegaan van de belangen van Gemeente en Kerkgemeenschap,
van de wens van de bevolking, en van de belangen der kinderen
hij deelt mede dat de Wijkraad inmiddels heeft verzocht ook
de voorgenomen uitbouw te realiseren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
27. Voorstel tot aankoop van grond van de Heer AC.Schipperen te
Prinsenbeek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel (ten behoeve van het bestemmingsplan
"De Staart") besloten.