-13-
De voorzitter stelt dat de stelling van de Heer van de Mosselaar
voor Burgemeester en Wethouders zwaar weegt, omdat Burgemeester en
Wethouders destijds onteigening hebben voorgesteld, maar de Raad
wilde praten en nog eens overleggen met betrokkene; het is een aan
wijzing om in de toekomst tot onteigening over te gaan bij dergelijke
zaken.
De Heer van de Mosselaar zegt zich schuldig te voelen door achter
de opvatting van de Raad van destijds te hebben gestaan; over het
resultaat is hij teleurgesteld.
De Heer Jansen zegt aan de conclusies van de fractievoorzitters het
amendement te willen verbinden dat akkoord kan worden gegaan met het
voorstel mits overtuigd wordt aangetoond dat de aanbieder van de
grond ook thans de eigenaar is en dit alvorens de Gemeente tot het
sluiten van de transactie overgaat; blijkt dit niet het geval te
zijn dan dient de Raad desnoods in spoedzitting te worden bijeenge
roepen om te bezien wat er moet gebeuren.
De voorzitter zegt dit amendement over te nemen; op grond van het
feit dat aanbieder onomwonden schrijft dat hij eigenaar van de grond
is, hebben Burgemeester en Wethouders dit geaccepteerd; spreker zegt
te mogen veronderstellen dat deze bewering juist is, omdat hij zelf
de akte gezien heeft, ofschoon hij niet op de hoogte is van de juiste
inhoud daarvan.
De Heer Dirven zegt met verbazing te hebben geluisterd; naar zijn
mening is het niet sociaal verantwoord aan dit voorstel medewerking
te verlenen; hij ervaart met schrik dat onder een dergelijke druk
de Raad van mening gaat veranderen; wat de Raad ook doet, gebouwd
zal er toch worden en goedkoper of duurder zal het ook niet worden;
het is een dwingende eis dat dan de aanleg van de wegen en het
gehele bouwrijp maken scherp van gemeentewege wordt gecontroleerd;
deze controle kan scherp zijn als de Gemeente ook scherp wil con
troleren; hij zegt fel tegenstander te zijn van het voorstel.
Wethouder Roeien stelt dat Openbare Werken straks sterk met de uit
voering van het plan gemoeid zal zijn; hij heeft eerder gewezen op
de noodzaak tot onteigening; jammer genoeg is dat niet gebeurd en
zal dat ook nu niet meer lukken voor dit geval; het is beter met
pijn in het hart "ja" te zeggen tegen het voorstel dan te maken te
krijgen met een nog verder slepende kwestie in verband met dit bouw-
rijpmaken.
De voorzitter brengt het voorstel met het amen
dement Jansen in stemming.
"Vdfir" stemmen Mevrouw van Dongen en de Heren
van de Mosselaar, van Seventer, Jansen, Hurks,
van der Westen en Roeien; "tegen" stemmen de
Heren Miltenburg, Dirven en Hennekam, terwijl
de Heer Lockx "blanco" stemt, zodat "Voorstel
met amendement" is aangenomen met B tegen 3
stemmen.