-6-
De voorzitter zegt dat ten aanzien van toiletten en trappenhal
reeds rekening is gehouden met bovenbouw; de suggesties met be
trekking tot de fundering en de bestemming van het achterliggend
terrein zegt hij gaarne in beraad te willen nemen.
De Heer Jansen vraagt of de voorzitter uitsluitsel kan geven
over de verwijdering van de bibliotheek uit het schoolgebouw.
De voorzitter verwijst in dit verband naar het feit, dat hij in
de vorige vergadering reeds heeft gefulmineerd tegen de gang van
zaken bij de Rijksgebouwendienst; er zit geen schot in de ont
ruiming van de politiepost en daarom kan de bibliotheek maar
niet verhuizen; nogmaals stelt hij dat het meer dan treurig is
dat vanaf maart in een ergerlijk langzaam tempo een aangeboden
gebouw voor de politie wordt gereed gemaakt; het toekomstig pand
is reeds vanaf 1 mei gehuurd terwijl nog steeds voor de bestaan
de politiepost wordt betaald; hij zou er voorstander van zijn als
dit met grote koppen door de pers kenbaar zou worden gemaakt;
door deze gang van zaken komt zelfs het plaatselijk onderwijs in
het gedrang.
De Heer van Geel stelt dat de coalitie het geheel eens is met de
visie van de Heer Jansen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten, aangevuld met de
door de Heer Jansen ontvouwde gedachten
(bij fundering rekening houden met hoogte-
bouw, uitbreidingsmogelijkheden bezien op
voormalig kerkterrein)
10. Voorstel tot nader beraad inzake medewerking voor de bouw van
leslokalen voor het bijzonder kleuter- en basisonderwijs.
De Heer Jansen merkt op, dat hij regelmatig de vraag heeft afge
vuurd welke investeringen op lange termijn voor het onderwijs
zijn te verwachten, terwijl in deze vergadering vijf incidentele
aanvragen voor onderwijs-uitgaven worden voorgeschoteld tot een
totaalbedrag van plm. 1 millioen gulden; dit is te gek; begro
tingstechnisch is het een onmogelijke zaak en de investeringen
voor 1974 kunnen we daardoor wel over boord zetten; daarom nog
maals zijn vraag ter toevoeging aan het thans aan de orde zijnde
voorstel "zijn de besturen van ons onderwijs niet in staat om op
lange termijn informatie te geven over het behoeftepatroon, en
kunnen deze besturen niet tijdig aan de bel trekken opdat derge
lijke verrassingen, waardoor de gehele begrotingstechniek van de
Gemeente over boord wordt gegooid, ons in de toekomst besoaard
blijven"; hij betreurt het, zonder het voorstel te kraken, dat de
Raad in dit stadium met deze omvang wordt geconfronteerd.