-3-
5Voorstel met betrekking tot het subsidieverzoek van de Stichting
ter voorbereiding van extra-muraal Vorminqs- en Ontwikkelingswerk
in West-Brabant.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel het verzoek afgewezen.
6Voorstel tot behandeling van het verzoek van de Stichting NCHB
tot het nemen van een qarantiebesluit ten behoeve van de slot-
financiering van het verzorgingstehuis "Haqedonk".
De voorzitter zegt, dat het College van Burgemeester en Wethouders
geen overweging over een te nemen besluit in het voorliggende voor
stel heeft gegeven om een vrije discussie mogelijk te maken. De
raadscommissie financiën staat achter het verzoek, doch onder voor
waarde dat een tweede vertegenwoordiger, door of namens de Raad aan
gewezen, in het Stichtingsbestuur wordt opgenomen.
De Heer van de Mosselaar komt terug op zijn ingenomen standpunt
tijdens de vergadering der raadscommissie financiën en geeft als
reden hiervan aan destijds niet volledig op de hoogte te zijn ge
weest van de stand van zaken.
Dm misverstanden te voorkomen wijst hij er op, dat Hagedonk het ge
bouw huurt van de IM.C.H.B.
Wegens het niet op de hoogte zijn van de juiste investeringen bij
de bouw van "Hagedonk" kon, ondanks inspraak, deze overschrijding
van de stichtingskosten ontstaan, welke aan het Stichtingsbestuur
als latere huurster onbekend waren.
In de vergadering van de commissie financiën kreeg hij de indruk als
zou de Stichting hieraan enige schuld hebben; dit is onjuist.
Het voorstel om de Stichting "Hagedonk" in overweging te geven een
tweede afgevaardigde van de Raad in het bestuur zitting te laten ne
men, ziet hij als een motie van wantrouwen, omdat sedert de oprich
ting van "Hagedonk" een zodanig beheer wordt gevoerd, dat een gunsti
ge exploitatie wordt verkregen; bovendien vindt er controle plaats
door twee register-accountants en is er repressief toezicht door Ge
deputeerde Staten.
De Heer Hennekam verklaart met nadruk dat zijn fractie niet terug komt
op het ingenomen standpunt. Aanwijzen van een tweede vertegenwoordiger
in het bestuur van de Stichting dient niet te worden gezien als een
wantrouwen. De Raad heeft bij het garant staan voor de eerste lening
al twee afgevaardigden voorgedragen, doch hierop werd door de Stich
ting niet erg positief gereageerd. In het kort geeft hij de redelijk
heid van deze' eis aan en verduidelijkt dat een tweede afgevaardigde
niet per'se een raadslid behoeft te zijn.
Tenslotte geeft hij in overweging de voorliggende garantieverklaring
afhankelijk te stellen van wijziging der stichtingsstatuten.
De voorzitter stelt, dat niet het bestuur van de Stichting "Hagedonk",
maar de IM.C.H.B. een garantiebesluit vraagt. Dit betekent, dat de
voorgestelde eisen, niet aan het bestuur van "Hagedonk" kunnen worden
gesteld; aan de N.C.H.B. kan worden verzocht het voorstel van de Raad
bij de Stichting "Hagedonk" in overweging te geven.