Wethouder Roeien en de Heer van Geel interrumperen met de mededeling,
dat de muzikanten toen al aanwezig waren in het café.
De voorzitter zegt hiervan niets te weten.
Korte tijd na deze aanvraag werd door de Maespappers een vergunning
tot het houden van een buurtfeest aangevraagd. Aangezien een buurt
feest geen carnavalsfeest is werd de omstreden voorwaarde opgenomen.
Het komt hem ten aanzien van reeds verleende vergunningen onrecht
vaardig voor om na twee weken een eerder gestelde voorwaarde in te
trekken
□ver het artikel in het dagblad "De Stem" zegt hij dat het een onjuist
en subjectieve belichting inhield.
De Heer Hennekam spreekt zijn tevredenheid uit over een overleg met
de B.A.K. voor de regeling van 1974.
Als in overleg met de aanwezige clubs tot het meer synchroniseren van
avonden kan worden gekomen, geniet dit zijn volledige instemming.
De voorzitter vestigt de aandacht er op, verantwoordelijk te zijn
voor de gang van zaken in openbare gelegenheden.
De Heer Hennekam is van mening, dat het dienstrooster en het nachte
lijk werk van de politie niet ter zake doende is.
Het intrekken van de omstreden voorwaarde ziet hij, en dit in tegen
stelling tot de voorzitter niet als discriminatie.
Nogmaals vraagt hij de voorzitter namens de gehele Raad thans te
willen toezeggen dat het omstreden verbod wordt ingetrokken.
Hij is er van overtuigd dat de "getroffen" clubs zich hierbij zullen
neerleggen
De voorzitter verklaart zich bereid met de suggestie in te stemmen,
doch koppelt hieraan de bescherming van het politie-apparaat
Tegen het verlenen van vergunningen op vrijdag-zaterdag- en zondag
avond heeft hij echter geen enkel bezwaar.
De Heer Hennekam zegt zojuist van de secretaris van de B.A.K. bericht
te hebben ontvangen, dat door de carnavalsclubs het intrekken van de
veelbesproken voorwaarde niet als onrechtvaardig wordt beschouwd.
Bovendien wordt toegezegd, dat op de nog te houden avonden twee afge
vaardigden van de B.A.K. er op zullen toezien, dat geen onregelmatig
heden zullen plaatsvinden.
De voorzitter is genegen de omstreden voorwaarde in te trekken, als
zijn gevoerde beleid in het recentelijke verleden in de juiste pro
porties wordt gezien.
De Heer Dirven maakt de voorzitter er op attent, dat er buiten het
nog resterende weekend nog slechts een verzoek zal komen, namelijk
dat van de Vrouwenbond van het N.K.V.
De Heer Hennekam vraagt in dit verband voor de derde maal of de voor
zitter bereid is aan het verlangen van de Raad te voldoen en het ver
bod in te trekken.
De voorzitter zegt hieraan gevolg te zullen geven.
Wethouder van der Westen wijst er nog op, dat in het kranten-artikel
sprake is van het College van Burgemeester en Wethouders, doch de
Wethouders terzake geen enkele bevoegdheid hebben.
De Heer Hennekam dankt de voorzitter voor zijn sportieve geste.