-7-
Voorts onderstreept hij de gedachte, om zomogelijk in het contract
met het schoolbestuur een voorwaarde op te nemen, dat zorg moet
worden gedragen voor het regelmatig onderhouden van de shotvelden.
Wethouder Roeien attendeert er op, dat in deze omstandigheden nu
moeilijk een andere weg kan worden gevolgd, omdat we het schoolbe
stuur een eigen koers hebben laten volgen.
De voorzitter brengt het voorstel van Burgemeester en Wethouders
in stemming.
De uitslag van de stemming luidt: vfi6r de Heren Milten
burg HennekamJansenHurks. van der Westen en Roeien;
tegen Mevrouw van Dongen, de Heren Dirven. van Geel, de
Raat en Lockx.
De voorzitter concludeert, dat het voorstel van Burgemeester en
Wethouders met meerderheid van stemmen is aangenomen.
10Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet inzake afwik
keling van achterstallige onderhoudswerken van de voormalige R.K.
Meisjesschool aan de Schoolstraat 2A.
Mevrouw van Dongen informeert of dit bedrag als vergoeding van
reeds gemaakte kosten moet worden gezien.
Wethouder van der Westen antwoordt hierop, dat deze kosten niet
direct als achterstallig onderhoud moeten worden gezien, maar als
kosten voor hetgeen in de komende jaren toch zou moeten gebeuren.
Om misverstanden te voorkomen wijst hij er op, dat dit onderhoud
niet is ontstaan door een soort verwaarlozing vanwege het vertrek
van de RK.Meisjesschool uit dit gebouw.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel besloten.
11. Voorstel tot toekenning van een voorschot voor 1973 op de vergoe
ding vakonderwijs ten behoeve van de R.K.Basisschool "De Griffioen"
aan de Schoolstraat 45.
Mevrouw van Dongen geeft de Raad in overweging op de openbare lage
re school en de Heilig Hartschool ook een vergoeding toe te kennen
voor een vakleerkracht in naaldvakken.
De voorzitter antwoordt, dat dit punt niet aan de orde is, daar het
hier alleen een voorschot betreft. Om voor toekenning van een be
drag voor een vakleerkracht in aanmerking te komen is ingevolge de
Lager-onderwijswet 1920 een aanvraag van het schoolbestuur vereist.
Wethouder van der Westen wijst er op, dat het schoolbestuur van de
"Griffioen" in verband met het groot aantal lokaliteiten niet anders
kan handelen. Volgens de inspecteur van het lager-onderwijs kan bij
een aanzienlijk kleiner aantal leerlingen op een school de klasse
docent als vakleerkracht fungeren. Ten aanzien van het verzoek voor
een vakleerkracht voor lichamelijke opvoeding bij andere schalen
merkt hij op, dat de lessen lichamelijke opvoeding niet door een
vakleerkracht behoeven te worden gegeven. Men moet er rekening mee
houden, dat hier alleen het aantal leerlingen een grote rol speelt
en men er niet van mag uitgaan, dat als de ene school voor een vak
leerkracht in aanmerking komt, dit dan ook bij de andere school
het geval moet zijn. Volgens hem dienen deze zaken los van elkaar
te worden bezien.