a
Wethouder Roeien zegt, dat bij het vervallen van deze vakleerkracht
overwogen is dat dan dit vak op het lesrooster moest worden ge
schrapt
De Heer Dirven onderschrijft de noodzaak van het geven van hand
werklessen voor meisjes en meent dat op alle scholen waar meisjes
zijn ondergebracht hiervoor een vakleerkracht is vereist. Hij voegt
daaraan nog toe, dat enige jaren geleden met de integratie van
klassen is aangevangen.
Wethouder van der Westen verduidelijkt, dat in de 4e, 5e en 6e
klas van deze lagere school uitsluitend meisjes zitten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
12Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het ver
plaatsen van een transformatorstation op de Markt.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat het raadsbesluit tot verkoop
van het onderhavige perceeltje grond aan de Markt inmiddels door
Gedeputeerde Staten is goedgekeurd.
De Heer Hennekam zegt met het voorstel te kunnen instemmen, doch dat
bij de fractie de vraag is gerezen
a) in hoeverre een nutsbedrijf de Gemeente kosten kan opleggen;
b) of een nutsbedrijf zich niet aan het door het Gemeentebestuur ge
voerde beleid moet aanpassen.
Voorts informeert hij of deze wijziging voor de PNEM dan geen enkele
verbetering voor deze N.V. inhoudt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat een nutsbedrijf toestemming van
gemeentewege nodig heeft om de kabels in de openbare weg te verleggen.
Volgens zijn persoonlijke mening is in het verleden de fout gemaakt,
dat niet tevoren een plan aan het desbetreffende bedrijf is voorge
legd. Indien dit was geschied zouden de kosten van verbetering van de
Meester Bierensweg en die van de wegen in het bestemmingsplan Kapel
akkers/Molenstraat aanzienlijk geringer zijn geweest.
Verlegging der kabels moet worden gedoogd, doch niet voor rekening
van de Gemeente.
De verplaatsing en vergroting van het transformatorhuisje zijn zowel
voor de Gemeente als voor de PNEM van groot belang.
Dat zulks gepaard gaat met verlegging van bestaande kabels en het leg
gen van nieuwe kabels om een optimale levering van electriciteit moge
lijk te maken, is vanzelfsprekend. De kosten van verlegging van de
hoogspanningskabel en de verplaatsing van het transformatorhuisje
komen voor rekening van de PNEM, terwijl de Gemeente Prinsenbeek de
kosten van verlegging van de laagspanningskabel dient te dragen.
Of de betreffende bedragen juist zijn kan hij niet beoordelen.
De Heer Dirven stelt, dat het bestaande transformatorhuisje toch zou
moeten worden uitgebreid; hij vraagt zich af waarom hiervoor geen
onderdeel van het totaal te investeren bedrag wordt aangegeven. Ove
rigens vindt hij, dat de PNEM zich ten aanzien van de verplaatsing
van dit 10 KV-station vrij dictatoriaal heeft opgesteld.
De voorzitter brengt de Heer Dirven onder de aandacht, dat hij op de
onderhavige stukken een aantekening in die richting heeft geplaatst.