-6-
De voorzitter stelt stemming aan de orde, hieruit blijkt, dat de
Heren Hennekam, HurksMiltenburg en Dirven tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders zijn, en Mevrouw van Dongen,
alsmede de Heren van der Westen, Roeienvan Geel, de Raat, vd
Mosselaar en Lockx v66r het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, zodat dit voorstel (ongegrond verklaren) is aangenomen.
16Voorstel tot het ongegrond verklaren van een beroepschrift tegen weige
ring van een bouwvergunning (F.P.Luiken
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
17Nota in verband met een bezwaarschrift tegen intrekking van een bouw
vergunning P.Schipperen
De Heer Hennekam betreurt de vroegere onduidelijkheden; met het "niet
ontvankelijk" kan hij niet akkoord gaan, wel met een "ongegrond ver
klaren"
De Heer v.d. Mosselaar meent dat twee dingen door elkaar zijn gehaald,
namelijk enerzijds de moeilijkheden bij grondaankoop van de Heer
Schipperen (door de gemeente), anderzijds deze bouwvergunning.
De Heer Dirven informeert of het oude of het nieuwe bestemmingsplan
op deze bouwvergunning betrekking heeft.
De voorzitter antwoordt (de Heer v.d. Mosselaar), dat de twee zaken
volkomen zuiver gescheiden zijn gehouden; de bouwvergunning heeft niets
met de grondaankopen te maken; (de Heer Dirven) dat het oude bestem
mingsplan van toepassing is; de Heer Schipperen heeft inmiddels een
nieuw plan ingediend, doch dit is aangehouden in afwachting van de
uitspraak door de Kroon; dezelfde Heer Schipperen is namelijk bij de
Kroon in beroep gegaan tegen het nieuwe bestemmingsplan.
Zander hoofdelijke stemming wordt het bezwaarschrift ongegrond
verklaard.
18Nota inzake het Marktplan (Noordwand).
De Heer Hennekam stelt dat zijn fractie in dit stadium niet mee kan
gaan met het ontwerp, zoals dat op de maquette is uitgewerkt; men is
uitgegaan van de economische kant van de zaak, namelijk winkelbebou
wing, waardoor het riante van het plein verdwijnt; over enkele jaren
zal men hiervan spijt krijgen, want een gemeente van 12.D00 S 13.000
inwoners heeft behoefte aan een riant Marktplein; verder is de strook
tussen pastorie en winkels te nauw (3 meter) en is er geen enkele
noodzaak op de Markt nog 8 woningen te bouwen; men is uitgegaan van
een plan van 1957 en hiervoor is de huidige Raad niet verantwoordelijk;
er zal wellicht een nieuw plan moeten komen.
De Heer Dirven zegt dat de Markt gezien moet worden als een ontmoe
tingscentrum met daarbij de winkelfunctie, en niet omgekeerd; er zal
eerst een ontwerp voor een Marktplein moeten komen, bovendien is er
geen sociale noodzaak om snel te handelen.
fte Heer van de Mosselaar meent dat de vorige sprekers tegenstrijdig
zijn en te veel uitgaan van het schetsplan van de architect, dat niets
anders is dan een eerste visie inzake een Marktplan voor 13.GOD inwoners
deze inwoners moeten elkaar daar ontmoeten, zij moeten er ook gezellig
kunnen winkelen; wij moeten aangeven wat we willen, we moeten iets gaan
doen; hij is bijzonder tevreden met dit plan; hij stelt voor een kleine
commissie te benoemen die tesamen met de architect de problemen door
spreekt.
De Heer Miltenburg stelt dat we, na de realisering van de Zuidwand,
aan de centrumfunctie van de Markt moeten denken; daarbij moet worden