De voorzitter vestigt er de aandacht op, dat ten aanzien van bepaslde
punten dit Jaar geen voorstellen zullen worden ingediend, omdat men
afhankelijk is van de financieringsmogelijkheden en goedkeuringen door
andere instanties.
Aangezien enerzijds de bevolking meer in de zaken van het gemeente
bestuur dient te worden betrokken en anderzijds de "Gertrudisklok"
per 1 Januari 1973 is weggevallen, zal "De Klepel", bovendien in
offsetdruk, voortaan op gezette tijden verschijnen.
Een ander punt is het wekelijks geconfronteerd worden met de Algemene
Bijstandswet, de Werkloosheidswet en dergelijke. De schrik slaat om
het hart bij de constatering hoe gemakkelijk en hoe onverantwoord de
mensen trachten voor bijstand in aanmerking te komen.
In 1972 zijn 218 bijstandgevallen in behandeling genomen tegen 110 in
het Jaar daarvoor. Als bedacht moet worden dat dit in een gemeente met
8.000 h. 9o000 zielen plaats vindt en op de rijksbegroting nog eens
bijna aan 1 miljard prijkt voor betalingen ingevolge sociale wetten,
terwijl dit zeven Jaar geleden nihil was, dan moet men zich afvragen
waar dat heen moet.
Volgens zijn mening aldus de voorzitter en die van vele anderen, is
men bezig met de uitholling van de eigen verantwoordelijkheid van de
mensen.
Hij spreekt er zijn afkeuring over uit, dat mensen, die weigeren hun
rol in het maatschappelijk leven te spelen, toch voor een uitkering
in êên of andere vorm in aanmerking kunnen komen. De uitspraak van de
Kamer, dat in de Algemene Bijstandswet geen enkele strafbepaling mag
worden opgenomen houdt in, dat men bij overtredingen moet terugvallen
op de algemene strafbepalingen en men moet aantonen dat opzet in het
spel is. Als men daarbij ziet dat het Rijk de gemeente onvoldoende
armslag geeft om een goed werkend controle-apparaat op te bouwen tegen
allen die overheidssteun genieten, dan is het benauwend dat deze uit
gaven jaarlijks drastisch omhoog gaan. De tijd van vroeger is ver voor
bij, maar zijns inziens gaat men nu te veel de andere kant uit.
Het College, maandenlang onvolledig wegens mijn afwezigheid,en tevens
de ambtenaren schenkt hij woorden van waardering voor alles wat is
gedaan en hij zegt te hopen dat in 1973 wederom op deze arbeidskracht
kan worden teruggevallen.
Tot slot wenst hij ieder in werk en gezin een voorspoedig 1973.
Wethouder van der Westen, hierna het woord verkrijgende, zegt zeer ver
heugd te zijn, dat de voorzitter weer volledig in functie is zonder
dat hij iets van de hem kenmerkende vitaliteit heeft ingeboet»
Voorts dankt hij de ambtenaren voor de prettige samenwerking in het af
gelopen jaar, daar zij zich zowel individueel als massaal volledig voor
hun werk hebben ingezet.
Tenslotte wijst hij op de terugkeer van de pers, waarmee hij gelukkig is