-2-
i) aan Burgemeester en Wethouders gericht bezwaarschrift van bewoners
Meester Bierensweg tegen de aanleg van trottoir- tevens rijwielpad.
De Heer van de Mosselaar zegt de indruk gekregen te hebben, dat het
destijds genomen besluit om het voetpad tevens tot rijwielpad te be
stemmen wat te lichtvaardig is genomen en dat onvoldoende aandacht
is besteed aan de gevaren die daaraan zijn verbonden.
De Heer Miltenburg is van oordeel, dat de Raad een verkeerd besluit
genomen heeft en dringt er op aan dit besluit thans in te trek<en.
De voorzitter antwoordt, dat normaliter niet een besluit ten tweede
male ter discussie wordt gebracht, doch thans heeft zich een ander
aspect voorgedaan, n.l. het indienen van een bezwaar tegen het besluit,
waardoor een hernieuwde discussie is gerechtvaardigd.
Mevrouw van Dongen vindt het inconsequent, om eerst een bedrag van ruim
14.000,te voteren voor het aanstraten van het voetpad en nu een
besluit te nemen om dit pad alleen als voetpad te gebruiken, want daar
voor is het nogal breed, op sommige plaatsen zelfs 3 meter.
De voorzitter wenst stemming over de vraag of dit punt al of niet op
nieuw in discussie moet worden gebracht; alle leden stemmen vöfir.
Hierna geeft de voorzitter gelegenheid over deze aangelegenheid het
woord te voeren.
De Heer Dirven herinnert er aan, dat bij het destijds genomen besluit
duidelijk de verkeersveiligheid niet alleen van de voetgangers, doch ook
van de fietsers primair is gesteld; bovendien was het de bedoeling een
fietspad aan te leggen naast een voetpad; hij blijft bij zijn wens om
alle 200 S 250 fietsers, die des ochtends naar Breda gaan zoveel mogelijk
veiligheid te garanderen.
De Heer Miltenburg wijst op de wetmatigheid; als men S priori stelt, dat
er iets fout kan gaan, gaat er beslist iets fout.
Wethouder van der Westen vindt de beveiliging van de fietsers, zoals de
Heer Dirven die zich voorstelt, ook onvoldoende. Ten eerste is er maar
een klein gedeelte van de Mr. Bierensweg fietspad en voorts biedt zelfs
dit geen garantie, als men ziet hoe de schoolgaande jeugd vaak op de
fiets nog stoeit en het gevaar van aanrijding dan niet denkbeeldig is;
tenslotte wordt het gevaar voorbij de overweg, waar helemaal geen fiets
pad is, nog groter. Hij adviseert thans geen maatregelen te nemen, doch
eerst na het openstellen van de weg aan de hand van de praktijk vast te
stellen, welke maatregelen het meeste effect sorteren.
De voorzitter benadrukt nog eens de bezwaren van de bewoners aan de zuid
zijde van de Meester Bierenswea:
De Heer Miltenburg zegt deze bezwaren te ondersteunen. Hij vindt het jam
mer, dat verschillende bochten van de oude weg zijn rechtgetrokken; de
automobilisten hebben nu eenmaal de neiging op rechte stukken harder te
gaan rijden en bij bochten in te houden.
De Heer Hennekam sluit aan op het advies van Wethouder van der Westen;
wellicht kan de rijkspolitie, na strenge controle, aan het College van
Burgemeester en Wethouders adviseren; tenslotte telt men onder de leden
van de Raad geen enkele verkeersdeskundige
De Heer van de Mosselaar steunt het voorstel van de Heer Hennekam.
De Heer Dirven zou toch in ieder geval de Meester Bierensweg aan beide
zij den van een witte lijn van plm. 1 meter gemarkeerd willen zien.
De Heer Jansen is van oordeel, dat het eerder genomen besluit van de
Raad verstrekkende gevolgen kan hebben; men kan ook van de rijkspolitie
niet vergen, dat zij binnen een tijdsbestek van enkele weken een door
dacht advies aan de gemeente verstrekt; er zijn toch wel instituten, die
-de-
