T__
-11-
gedaan. Daarbij zou hij dan ook nog willen weten, wat in dezelfde
•j^g periode van twee jaar/uitbesteed aan derden. Hij is er van over
tuigd, dat een zuivere arbeids-analyse wel eens een zeer leerzaam
werkstuk zou kunnen zijn. Het zou wel eens niet onmogelijk kunnen
zijn, dat daarbij gestoten wordt op inconsequenties tussen het
ene en het andere jaargetijde wat aan werk verricht wordt.
De voorzitter antwoordt, dat de inconsequenties niet zullen moeten
worden gezocht in de huisvuilophaaldienst, omdat deze het gehele
jaar door werkt; een analyse met betrekking tot de gemeentelijke
beplantingen, die des zomers top-capaciteit vragen en andere
seizoenen belangrijk minder werk vergen, is uiteraard wel zinvol.
Een dergelijk onderzoek heeft jaren geleden reeds plaats gevonden
en heeft geresulteerd in een besluit om in het hoogseizoen werk
aan derden uit te besteden; op het moment is het zo, dat voor
degenen, die in vaste dienst zijn, continu werk aanwezig is. Niet
temin zal, aldus de voorzitter, wethouder Roeien er geen moeite
mee hebben deze materie nog eens te bestuderen en dan op de wijze,
zoals de heer Jansen heeft voorgesteld.
Wethouder Roeien kan zich de gedachte van de heer Jansen zeer goed
voorstellen; hijzelf heeft ook al eens de behoefte gevoeld voor een
dergelijk onderzoek. Hij verwacht echter, dat een onderzoek door
de dienst zelf niet geheel objectief kan worden beoordeeld; hij
zou hiervoor liever een onpartijdige instantie aantrekken.
De voorzitter vreest, dat een opdracht aan een deskundig bureau
erg kostbaar zal worden.
De heer Jansen zegt, dat dit niet zijn bedoeling is geweest; hij
vraagt een terugblik over de afgelopen twee jaren en dit overzicht kan
door de eigen dienst aan de hand van rapporten worden verschaft.
Wethouder Roeien kan hiermee instemmen, ofschoon hij de resultaten
van dit overzicht betwijfelt; liever had hij een deskundig bureau
opdracht gegeven de gehele dienst openbare werken eens door te lichten,
met de bedoeling de dienst efficiënter te kunnen laten werken. Hij
zegt toe dit schema in de volgende vergadering aan de Raad voor te
leggen
De heer Hennekam merkt op, dat de heer Jansen al enkele belangrijke
punten heeft aangeroerd namelijk een verdeling van de werkzaamheden
van hetgeen door de dienst zelf gedaan wordt en hetgeen wordt uit
besteed. Dat de verdeling van de werkzaamheden bij openbare werken
niet optimaal is, was reeds bekend. Het inschakelen van een des
kundig bureau kost handen vol geld, of dit momenteel al noodzakelijk
is, meent hij te moeten betwijfelen. Voorts lijkt hem de gedachte
om met eigen personeel gebruik te maken van de stortplaats in Bavel
het meest aantrekkelijk, zulks met het oog op het kostenaspect.
Het in gebruik houden van de eigen stortplaats voor personen, die
normaliter niet van de huisvuilophaaldienst gebruik kunnen maken,
verdient ten zeerste aanbeveling.
De heer van de Mosselaar wil nog eens benadrukken, dat men door
de cijfers te vergelijken met die van de firma Boon, tot bezuiniging
heeft kunnen komen. Voorts kan hij zich niet aan de indruk onttrekken,
dat men bij deze dienst gemakkelijk kosten kan verschuiven van de
ene post naar de andere; vandaar dat hij voorstander is van het
doorlichten van de dienst openbare werken, maar dan door een
onafhankelijke instantie. Bovendien is hij van oordeel, dat op het
uitbestede werk aanzienlijk moet kunnen worden bezuinigd, dit moet
mogelijk zijn door rationeler te werken.
1