Men kan zich afvragen: Is de regio voor wat betreft de expansie van Breda dan nog wel op de goede weg Zelfs de Gemeenteraad van Breda heeft zich nog steeds niet uitgesproken over de vraag: doorzetten of niet. Ook Gedeputeerde Staten suggereren Breda reeds om eens te bezien of een afronding op wijkniveau geen aanbeveling verdient en verdere uitbreiding te zoeken in oostelijke richting. Voordat de beslissingen zijn gevallen waait door de Haagsche Beemden thans reeds de fluisteringhet wordt maar een woonwijk van omstreeks 15.000 zielen en de rest moet maar een recre atieve en agrarische bestemming krijgen, ja zelfs, het merendeel moet in een ruilverkaveling worden betrokken. Welwillend staande tegenover de duidingen in het streek plan heeft Uw Raad destijds besloten het gebied der Gemeente Prinsen beek in algemene zin gelegen ten oosten van de spoorlijn naar Rotter dam (dat wil zeggen Haagsche Beemden Oost) bij grenswijziging over te dragen aan Breda, teneinde aldaar een stadswijk van 40.000 - 50.000 zielen te kunnen realiseren en teneinde voor Breda en omgeving een beduidend aantal jaren bestuurlijke rust te verzekeren. Ik blijf nog van mening - en deze mening hebben de ver tegenwoordigers in het overleg met Breda vooralsnog overeind gehou den - dat als men A zegt ook het B moet volgen, dat wil zeggen dat men loyaal moet meewerken aan het streven om het Haagsche Beemdenplan tot volle omvang in ontwikkeling te brengen. Vandaar dat men principieel zich niet te zeer moet ver zetten tegen het streven van het provinciaal bestuur om de onstuimige groei der randgemeenten wat af te remmen door goedkeuring van bestem mingsplannen strenger te bezien en door het kortwieken van premietoe wijzingen voor woningbouw. Alleen geschiedt dit momenteel dermate drastisch, dat het leggen van toekomstige bestemmingen om de natuur lijke bevolkingsgroei ter plaatse op te vangen als een halsmisdaad wordt aangevoeld. Een P.F.D. die zich bij het wettelijk voorgeschre ven voor-overleg over bestemmingsplannen niet uitspreekt, een oordeel op de lange baan schuift en daardoor een Gemeente zelfs in haar nor male expansie belemmert handelt niet correct, maar fungeert als dwangapparaat voor andere doeleinden dan waarvoor het is ingesteld. Principieel, zij het verzacht, moet men de politiek van het provinciaal bestuur onderschrijven, omdat een algemener doel wordt nagestreefd. Ik moet hierop echter een kanttekening stellen. Het streekplan namelijk beoogt in zijn cijfermatige benadering van stad en omstreken niet uitsluitend de groei van Breda alleen, maar sugge reert een groei van dit hele gebied tot een bevolkingsaantal, lig gende tussen 25D.000 en 400.000 zielen. En hierin zijn Etten-Leur en Oosterhout begrepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 11