-4- In de daaropvolgende discussie wordt betrokken - in hoeverre een afgevaardigde in de Regio daar kan spreken over wijziging van eigen gemeente grenzen; - het overheidsstandpunt dat de Regio niet moet dienen ter bevordering of voorkoming van ophef fing van gemeenten; - de vraag wat de publiekrechtelijke waarde is van het invoegen van een dergelijke bepaling in de stadsgewestregeling; als dat gewest niet meewerkt dan zoekt men het hogerop, waardoor er niet veel verandert - de wenselijkheid om, in plaats van invoeging van een dergelijke bepaling in het statuut, vooraf een verklaring— als morele binding - van de deelnemen de gemeentebesturen los te weken dat zij in de toekomst aldus zullen handexen eerst via Regio - de wenselijkheid om dit in de Regio-vergadering in discussie te stellen; - de noodzaak om dit vooraf met de Regio-afvaardiging van Breda te bespreken, en - de vraag of goedkeuring van de (verzwaarde) stadsge westregeling afhankelijk dient te worden gesteld van deze verklaring. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, de formulering voorstellen tot grenswij ziging binnen de Regiodienen in de Regio raad te worden behandeld alvorens de proce dure wordt ingezet door de Prinsenbeekse Regio-afvaardiging ter discussie te doen stellen in de Regio-vergadering met betrek king tot de stadsgewestvorming, een en ander na overleg met de Regiofractie Breda en P.T.T- gemeenten 5. Voorstel tot vaststelling van de 45e wijziging der gemeente-begroting 1973 raming achterstallige inkomsten en uitgaven gewone dienst Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. Voorstel tot vaststelling van de 46e wijziging der gemeente-begroting 1973 aanpassing kapitaaldienst Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de plaatsing van een wachthuisje (abri) bij de bushalte aan de Vianendreef. De Heer Dirven memoreert het gesprek in de raadscommissie Gpenbare Werken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 131