-7-
De Heer Dirven zit met het probleem dat kinderen uit Prin
senbeek bij afwijzing zouden worden uitgesloten van muziek
opleiding in Breda, terwijl dit noodzakelijk kan zijn omdat
de plaatselijke harmonie niet voor alle instrumenten opleidt;
als voorbeeld noemt hij viool, piano en orgel.
Mevrouw van Dongen zegt beide standpunten te kunnen begrijpen;
ze merkt echter op dat het niet alleen om kinderen gaat; zijzelf
is leerlinge van de muziekschool, maar kan niet voor die op
leiding bij de plaatselijke harmonie terecht; bovendien wordt
de algemene muzikale vorming - waarom men in Prinsenbeek zit
te springen - niet verzorgd in Prinsenbeek, en wel bij de Breda
se muziekschool; zij geeft de Raad in overweging nu geen sub
sidie toe te kennen doch bij de begrotingsbehandeling opnieuw
te bezien wat de mogelijkheden zijn voor het totale muziekon
derwijs, te weten èn in Prinsenbeek, èn bij St. Frans in Etten-
Leur, èn bij de stedelijke muziekschool van Breda; voorkomen
dient te worden dat de stedelijke muziekschool leerlingen gaat
uitsluiten omdat hun woongemeente geen subsidie toekent; als
alternatief stelt zij dat Breda benaderd kan worden voor een
cursus algemene muzikale vorming in Prinsenbeek.
Wethouder van der Westen wijst er op dat volgens onderzoek de
Stichting van een muziekschool in Prinsenbeek een te kostbare
zaak is; er is echter contact geweest met de leiding van de
Bredase muziekschool; ofschoon oorspronkelijk de bereidheid wel
aanwezig was om in Prinsenbeek een dependance te stichten; heeft
de toestand van de Bredase begroting de zaak vertraagd; er zou
nog een antwoord van Burgemeester en Wethouders van Breda komen
op ons verzoek; in plaats daarvan is dit subsidieverzoek geko
men.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten afwijzing van ver
zoek
10Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de aan
schaf van containers voor bedrijfsvuil
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
11Voorstel tot het beschikbaarsteLlen van een krediet voor aanleg
van een tuin aan de achterzijde van het gemeentehuis.
De Heer Dirven pleit voor het plaatsen in dit tuintje van 2
stenen met latijnse tekst, afkomstig van de vroegere kerk, die
op die plaats gestaan heeft.
De Heer Miltenburg vindt dat het bedrag voor deze tuin, voor
niemand waarneembaar, erg hoog ligt; met wat bijwerken en be
planten kan worden volstaan.
De Heer Hennekam merkt op dat het werk reeds is aangevangen.
De Voorzitter zegt de raming ook aan de stijve kant te vinden;
er zal echter een splitsing opgemaakt worden tussen kosten, door
derden te maken, en die van openbare werken; hij is er van ver
zekerd dat de uitvoering belangrijk minder zal kosten dan is
geraamd;