-15- Alvorens tot de eigenlijke algemene beschouwingen over te gaan, sprak de Heer Jansen zijn dankbaarheid uit voor de inzet van het College van Burgemeester en Wethouders, ongeacht kritiek binnen het beleid. Dok sprak hij zijn dankbaarheid uit aan het personeel, dat in hoge mate meeleeft met het wel en wee van de Gemeente en hij achtte het op zijn plaats bij deze gelegenheid zijn erkentelijk heid uit te spreken voor hun inzet. Hij vertrouwde er op, dat dit niveau gehandhaafd zal mogen blijven. Denkend aan het begin 1973 was spreker ongerust over de verhou dingen binnen de Raad; de politieke beschouwingen van vorig jaar leidden tot een soort polarisatie, waarbij men zich moest afvra gen of zulks wel reëel was en of deze uitgangspunten niet onver hoeds en ongewenst zouden kunnen leiden tot verstoring van samen werkingsmogelijkheden binnen de Raad. Tot zijn genoegen kon hij nu mededelen, dat deze angst geleidelijk is weggenomen en dat de Raad constructief heeft kunnen bijdragen tot de totstandkoming van vele belangrijke besluiten. Met de inhoud van de nota kan hij en zijn fractie nauwelijks ge noegen nemen, aangezien deze geen enkele beleidsvisie geeft, zelfs geen enkele bespiegeling, aangevende het beleid voor het komende jaar, evenmin een indicatie van de problemen, waarmede men worstelt of welke men voornemens is de Raad voor te leggen. Waarom zo vroeg de Heer Jansen, heeft het College van Burgemeester en Wethouders geen enkele van de urgentieplannen, die toch bekend zijn, getoetst aan mogelijkheden of werkelijkheden. Temeer jammer vond spreker het, dat de nota van aanbieding voorbij gaat aan belangrijke besluiten, die door de Raad in de periode van oktober tot en met december 1973 zijn genomen, zoals onderw/ijs, wegverbe- teringen, marktplan enzovoorts. Vervolgens zou spreker enkele hoofdpunten willen bespreken. Wat de annexatie betreft zijn er vele vraagpunten; er hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, er hebben zich stagnaties voor gedaan in de bevolkingsgroei. Niettemin is hij van oordeel, dat we niet meer moeten terugkomen op een eenmaal gemaakte afspraak en gedane toezegging, doch daar waar men vraagtekens plaatst, zulks maar moet oplossen in regioverband, doch niet meer het pro bleem zelve ter discussie moeten stellen. Een belangrijk punt achtte spreker het, dat binnen de regio een uitdrukkelijke standpuntbepaling komt, dat geen territoriale aan spraken meer worden gedaan, waardoor andere Gemeenten in moeilijk heden worden gebracht; dit is van het allergrootste belang voor het weder terugkeren van de rust in het bestuursbeleid. Voorts ad viseerde hij contact op te nemen met het gemeentebestuur van Breda omtrent te verwachten over-bezetting van personeel, omdat de ge biedsoverdracht ongetwijfeld problemen zal gaan geven ten aanzien van het personeelsbestand, waarbij met name wordt gedacht aan Openbare Werken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 18