-27-
De Heer Jansen verduidelijkt datdeze baatbelasting dient te worden
afgebouwd met de begrotingsoverschotten; ook deze bewoners hebben
aan die overschotten meegewerkt; dit is de kern van zijn voorstel.
Wethouder van der Westen antwoordt als volgt:
- aanhakend op de uitleg van de voorzitter, zo stelt hij, is het
begrip "baatbelasting" waarschijnlijk niet doorgedrongen bij de
stemming over de ruiverkavelingde percentage-verdeling was
oorspronkelijk 75 - 25, thans 60 - 40; het eindbedrag zal moeten
worden aangepast en jaarlijks moeten worden aangepast omdat het
aantal panden nog zal toenemen door de ontvolking van de
Haagsche Beemden Oost; anderzijds is dit een zakelijke belasting
welke aftrekbaar is bij de inkomstenbelasting; de bewoners van de
Meester Bierensweg betalen ook hun aandeel in de kosten van
riolering; in elk geval moet voorzichtig gehandeld worden met
het invoeren en afschaffen van belastingen omdat er anders met
twee maten gemeten wordt;
- met vertraging van de lokalenbouw voor het onderwijs doelt de
Heer Roeien op de verbouwing voor het openbaar onderwijs; de
plannen waren in een vroeg stadium opgesteld doch - en spreker
acht het een voordeel te kunnen spreken tegenover iemand die
dat alles van nabij heeft meegemaakt - waren snel achterhaald
door de toename van leerlingen; herziening moest plaats vinden,
maar daarvan heeft het onderwijs op zichzelf geen nadeel onder
vonden; door die stagnatie kon een klein aantal kleuters niet
direct worden geplaatst, doch na 1 januari aanstaande is ook
dit bezwaar achter de rug door middel van een noodvoorziening;
ook dit is de Raad bekend; de vorige Raad heeft Burgemeester en
Wethouders gemachtigd de verbouwing aan de laagste inschrijver
te gunnen; dit is aldus gebeurd, en praktisch op de dag der
gunning is met het werk begonnen.
De Heer Roeien interrumpeert met te stellen dat destijds over
eengekomen was met die verbouwing vlak na de bouwvakvakantie
te beginnen; met zijn vraag is bedoeld een beeld te kunnen
vormen van de situatie, mede om in het vervolg een dermate
lange procedure te voorkomen.
De wethouder is van mening dat een lange procedure in een derge
lijke situatie niet is te voorkomen; het beginnen na de bouw
vakvakantie had betrekking op het oude plan; de situatie veran
derde toen snel, deskundigen zagen andere mogelijkheden, ge
sprekken met het Ministerie konden na de bouwvakvakantie eerst
plaats vinden, tekeningen en bestek moesten werden eengepast,
bovendien moest - en dat is de taak van de gemeente - toch de
meest voordelige weg worden bewandeld; nieuwbouw is eenvoudiger
dan verbouw; vandaar is men afgerond in november kunnen starten
en kan ook de overloop van de klassen worden opgevangen, zodat
deze vertraging ten goede is kunnen komen aan het onderwijs;
- ten aanzien van het muziekonderwijs is er in februari 1974 een
gesprek geweest met de directie van de Bredase muziekschool;
bepaalde suggesties moesten eerst nog Burgemeester en Wethouders
van Breda passeren; maanden nadien is deze mededeling nog eens
herhaald, doch het is daarbij gebleven; in de loop van 1974