-31-
Lockx de propagandabriefjes meteen in die bakjes zouden kunnen
deponeren in plaats van op de lantaarnpalen plakken; overigens
moet de Heer Lockx hieraan niet te zwaar tillen; het is
spreker bekend dat de Heer Lockx hieraan een hekel had en er
ook niets aan kon doen;
- op de stankoverlast in de Haagsche Beemden zal het College
voldoende blijven aandringen bij de gemeente Breda;
- de zaak van het "contouren trekken" is een moeilijke zaak; de
Heer Tonneyck betwist de cijfers van openbare werken, zoals ze
aan deze kant van de tafel zijn genoemd; bij een vergelijking
1974 - 1975 kan spreker echter niet anders komen dan tot een
percentage van 1 4 het kan zijn dat er een bepaald aspect is
uitgelicht wat tot misverstanden kan leiden met.-betrekking tot
bepaalde onderdelen; een en ander kan, zoals wethouder van der
Westen heeft voorgesteld, het best nog eens binnen de commissie
worden bezien; overigens merkt spreker op dat bij het opstellen
van een kapitaalsplan er rekening mee moet worden gehouden dat
zoiets moet passen in de jaarlijkse begroting en dat bovendien
de meeste jaarlijkse onderhoudswerken bij openbare werken niet
kunnen worden ingeperkt.
De Heer Tonneyck is van mening dat er op dit punt een duidelijke
communicatiestoornis is; er zijn kapitaalsinvesteringen en er
zijn exploitatie-uitgaven; bij het plegen van kapitaalsinveste
ringen legt men zich vast aan autonome exploitatie-uitgaven
voor de toekomst; zijn bedoeling is om naast kapitaalsinves
teringen op dit moment ook een overzicht te krijgen van de ex
ploit atieuit gaven.
ad b. BEGROTINGSBEHANDELING.
De voorzitter stelt aan de orde de behandeling van de begrotingen
1975 van het gemeentelijk grondbedrijf, het gemeentelijk woning
bedrijf, de gemeentelijke dienst voor lichamelijke opvoeding
en sport, en van de Stichting Gertrudisoordalsmede hoofdstuks-
gewijze behandeling van de gemeentebegroting 1975.
- bedrijven, dienst en Stichting geen opmerkingen;
- hoofdstuk I, gemeentebegroting geen opmerkingen;
- hoofdstuk 11
Post 15De Heer Tonneyck wijst er op dat de raadscommissie financiën
een opmerking heeft geplaatst bij "de van de ambtenaren te vor
deren bijdrage voor verstrekking van koffie en thee"; het heeft
hem verbaasd dat dit voor het eerst in de begroting is opgenomen,
het heeft hem nog meer verbaasd omdat het in deze tijd een nor
male zaak is dat de tijdens hun werk verstrekte koffie en thee
ten laste van de werkgever komt; met deze post heeft hij moeite;
hij zou het bijzonder op prijs stellen als andere fracties
hierover ook hun uitspraak zouden doen.
De Heer Jansen herinnert er aan dat de personeelscommissie op
22 januari aanstaande bijeen zal komen; ofschoon hij wel achter
de gedachte van de Heer Tonneyck staat, zou hij niet willen
vooruitlopen op de beslissingen die in die commissie zullen
gaan vallen.