-23-
De Heer van de Mosselaar besloot zijn betoog met zijn volledig
vertrouwen uit te spreken voor de inzet van het College van Bur
gemeester en Wethouders bij de verwezenlijking van de begroting
1974.
Hij wenste het College toe, dat het ook na de verkiezingen een
Raad en twee Wethouders mag krijgen, waarmede goed en eendrach
tig kan worden samengewerkt, zulks in het belang van de Gemeente
Prinsenbeek en haar inwoners.
De voorzitter dankte ook de Heer van de Mosselaar voor zijn be
toog en gaf het woord aan de Heer van Seventer.
Als jonge loot aan de stam van de Raad, aldus de Heer van
Seventer. was de begroting niet al te duidelijk voor mij, doch
zulks geldt, naar hij vernam, ook voor verschillende anderen.
Het is niet aan hem de indeling van de begroting te wijzigen,
doch hij vond het wel jammer, dat in de toelichting deze ondui
delijkheid niet werd weggenomen. Het criterium is eigenlijk, waar
zijn we momenteel, financieel bezien, aangekomen en, om een be
kend conferencier te citeren, waar gaan we met zijn allen naar
toe Ofwel duidelijk gezegd, men mist in deze begroting een dui
delijke visie voor de toekomst.
Wat de begroting zelve betreft zou spreker gaarne toelichting
verkrijgen op een aantal posten, die hem niet duidelijk zijn, te
weten
Blz. 10 post 9.00 waarom een zo groot verschil in kosten
(in 1973 f.17.137,44 en voor 1974 f.78.500,
terzake van uitkering van de bedrijven wegens
ter secretarie gevoerde boekhouding.
Blz. 13 post 46.00 dag- en weekbladen, tijdschriften en boeken.
Gevraagd wordt of een verhoging van 20% ofwel
f.1.000,kan worden toegelicht, en of de
leesintensiteit kan worden meegedeeld, met
andere woorden of deze post een goed rende
ment opbrengt.
Blz. 15 post 62.00 Niet duidelijk is, waarom de post representa
tie en vergaderkosten een stijging van 20r
vertoont, terwijl in de toelichting wordt op
gemerkt, dat na de uitbreiding van het Ge
meentehuis, daar meer vergaderingen zullen
worden gehouden, die voorheen wegens ruimte
gebrek elders werden belegd. Het lijkt waar
schijnlijker deze post juist daarom te verlagen
inplaats van op te voeren.
Blz. 43 post 180.00 De bijdrage in de kosten van de keuringsdienst
voor waren is bijna 50% hoger dan die in 1973.
In de toelichting zegt men dat de raming is ge
baseerd op de uitgaven van vorige jaren; dat
lijkt wat vreemd nu die werkelijke uitgaaf in
1973 heeft bedragen f.7.818,18.