-24- Blz. 67 post 232.DG Ook hier komt spreker aan een wat eigenaardige conclusie in 1973 werd geraamd f.30.292,en in 1974 wordt geraamd f.25.702,Juist in een tijd, dat alles duurder wordt, wordt deze post ver laagd. De vraag luidt: Is in 1973 slecht begroot of is de begroting voor 1974 niet juist De Heer van Seventer wilde voor wat de begroting betreft, het hier bij voorlopig laten, doch hij zou gaarne nog eens de aandacht wil len vestigen - en velen in de Gemeente met hem - op de bijzonder grote toename van het vandalisme en de baldadigheid in deze Gemeen te; met enkele voorbeelden lichtte hij dit nader toe. Hij vond dit zeer ergerlijk en vroeg zich af wat hieraan gedaan kan worden en of het misschien ook mogelijk is, dat het plaatselijk politie-apparaat onderbemand is. De voorzitter dankte ook de Heer van Seventer voor zijn woorden. Eerstgenoemde antwoordde, dat het trieste in deze situatie is, dat de aangever(s) in gevallen als de onderhavige uit angst voor re presaillemaatregelen hun naam niet vermeld wensen te zien. Tegen baldadigheid in het geniep kan uiteraard geen enkel politie-appa raat optreden. Deze aangelegenheid is onlangs nog eens met de poli tie besproken en er zullen maatregelen genomen worden, welke, kan de voorzitter momenteel niet zeggen, want dan wordt men bij voor baat reeds gewaarschuwd. Het is niet onmogelijk, dat binnen enkele weken hierover meer bekend wordt. Hierna gaf de voorzitter het woord aan de Heer Miltenburg. Bij de algemene beschouwingen voor 1974, zo ving de Heer Miltenburg zijn betoog aan, is het nuttig nogmaals het licht te laten schijnen op - wat men zou kunnen stellen als een drie-eenheid - "leefbaar heid, welgevoelen en saamhorigheid." Men kan niet slechts leven van brood alleen; bij de knellende vraagstukken in gezin, bedrijf en dagelijks bestaan kan de huidige, haastige mens evenwicht vinden in ontspanning of in vormen van communicatie op velerlei gebied. Het schijnt echter ook in de natuur der dingen te liggen dat hij voor mogelijkheden daartoe spontaan oplossingen vindt. Het valt immers niet te ontkennen dat, in het bijzonder de laatste tien jaren, hier ter plaatse vele aktieve- en passieve recreatie- vormen zijn ontstaan. Zij uiten zich in een betrekkelijk gezond verenigingsleven, waarbij we echter niet mogen verhelen dat ver schillende en meestal de jonge verenigingen in zorgen verkeren. En juist omdat deze gemeenschap zo duidelijk blijk geeft de eigen schap te bezitten om zijn welgevoelen en saamhorigheid te manifes teren in een rijk geschakeerd verenigingsleven, zal het in het bijzonder een taak zijn van de gemeentelijke overheid dit te stimu leren waar mogelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 28