-11- slaat, ook de belastingdruk grotere vormen gaat aannemen. Een wijs, doch strak financieel beleid, is daarom meer dan ooit geboden. Het aantal van plm. 1.000 jongeren in onze gemeenschap heeft recht op een goede begeleiding. Indien er behoefte is aan een gemeen schapshuis - dit zal een onderzoek binnenkort nog moeten uitwijzen - dan behoort aan die behoefte te worden voldaan. Zeer onlangs heeft een gesprek plaats gevonden met een plaatselijk functionaris van het jeugdwezen, waarbij deze aangelegenheid - mede ook in verband met de bestemming van het pand Groenstraat 59 - een punt van bespre king is geweest. Een ander punt van bespreking is geweest de wenselijkheid van het aantrekken van een coördinerende kracht ten behoeve van de algemene welzijnszorg voor de jeugd ter plaatse. Hem is deze week ter ore gekomen, dat wellicht hedenavond nog bepaalde suggesties aan Burge meester en Wethouders zullen worden gedaan. Het College streeft tenslotte naar een optimaal gebruik van de be staande gebouwen, uiteraard in overleg en samenwerking met de eige naren en beheerders. Binnen niet al te lange tijd zal een rapport aan de Raad over deze zaak worden uitgebracht, waarbij gretig ge bruik zal worden gemaakt van de kennis en wetenschap, welke is neergelegd in een door lijst I aan het College over te leggen nota gemeenschapswerk. De plaatselijke regeling voor de wethouderspensioenen kent tweërlei vorm van uitkeringen, namelijk het toekennen van een (wacht)gelduit- kering, indien de betrokken functionaris nog geen 65 jaar is. Deze uitkering wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd omgezet in een pensioen. Voor het toekennen van een vervroegd pensioen laat de verordening geen ruimte; wel is opgenomen de mogelijkheid om in een incidenteel geval de wachtgeldregeling te verlengen, echter in uitzonderingsgevalleno Bij de Tweede Kamer is aanhangig gemaakt een wetsvoorstel, dat beoogt voor de gewezen Wethouders een gelijke regeling te treffen als voor gewezen Tweede Kamerleden. Zodra dit voorstel tot wet wordt verheven, wordt overwogen een dienovereenkomstig voorstel te doen tot wijziging van de plaatselijke regeling. De huidige regeling mag dan als ver ouderd worden bestempeld, zij wordt in alle Gemeenten nog toegepast. Burgemeester en Wethouders stellen zich voor op redelijk korte ter mijn een rapport samen te stellen omtrent het plaatselijk bibliotheek wezen; de kwestie van de subsidieverlening zal dan tevens nader wor den bezien. De Wethouder sprak de hoop uit, dat de vragen van de Heer Jansen naar genoegen werden beantwoord. Vervolgens richtte Wethouder van der Westen het woord tot ce Heer van de Mosselaar, die meent dat de reserve in de begroting veel groter is dan wordt voorgespiegeld. Het getuigt, aldus de Wethouder, van een wijs beleid de begrotingsposten met grote omzichtigheid te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 47