-2- De Heer van Geel informeert of de Raad weer spoedeisend wordt bijeengeroepen als een nieuwe aanvraag met opnieuw een verzoek voor een zesklassige school wordt ingediend; verder vraagt hij wat voor school er gebouwd gaat worden. De Heer Hennekam constateert dat er thans niets ter discussie staat; het is een herstel van een formaliteitsfoutzijn frac tie is het hiermede eens, doch wil als bemerking toevoegen dat het bijzonder lager onderwijs - wat er ook gaat gebeuren - per 1 augustus aanstaande niet zal worden gestagneerd; overigens is hij van mening dat de Raad "neen" gezegd heeft tegen de aan vraag, doch wel de suggestie heeft gedaan de bouw te splitsen in vier lokalen bij de ene school en 2 lokalen bij de andere school; hij vermoedt dat dit in de besluitvorming verkeerd is overgekomen De Heer Dirven verwijst naar het gesprek in de december-verga- dering waar gesproken is over semi-permanente gebouwen; hij acht twee alternatieven mogelijk namelijk ofwel een aanbouw van twee lokalen aan de beide vleugels van de "Griffioenschool"ofwel vier lokalen plaatsen op het laagbouwgedeelte. De voorzitter antwoordt (de Heer van Geel), dat met een nieuwe aanvraag een nieuwe termijn van drie maanden gaat lopen, zodat geen spoedeisende vergadering nodig is; verder stelt hij dat de uitwerking van het plan een zaak is tussen Burgemeester en Wet houders en het schoolbestuur, waarbij Burgemeester en Wethouders uiteraard rekening zullen houden met de opvatting van de Raad; (de Heer Hennekam) dat men niet beschaamd behoeft te zijn om een juist genomen besluit, dat in foutieve bewoordingen is gesteld, in te trekken; (de Heer Dirven) dat volgens de wet de Raad al leen kan beslissen over het aantal lokalen en dat bij gebrek aan overeenstemming tussen schoolbestuur en Burgemeester en Wet houders de beslissing aan de Kroon kan worden voorgelegd; hij zegt te hopen en te verwachten dat het zover niet zal komen; hij vat de voorgestelde besluitonderdelen nogmaals samen en stelt zich voor dat deze punten aan het schoolbestuur schrifte lijk worden medegedeeld opdat dit bestuur verder kan gaan met de voorbereidingen. Wethouder Roeien meent dat het te ver gaat om het schoolbestuur in het begeleidend schrijven mede te delen dat men kan rekenen op medewerking bij een nieuwe aanvraag voor de door de Raad be doelde oplossing en dat door hen reeds maatregelen kunnen worden getroffen; een en ander kan beter op andere wijze aan het schoolbestuur worden medegedeeld. De Heer van Geel ziet dit bezwaar niet, omdat het toch een eer lijke zaak is. De voorzitter meent eveneens dat het schoolbestuur mag weten waarop het kan rekenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 65