Toen is ook gezegd dat uitbreidingen van bij zondere scholen met Argusogen zouden worden bekeken Uit de stukken is verder gebleken, dat er gediscus sieerd is over permanente of semi-permanente bouw en uit het verslag van de raadscommissie blijkt dat er wordt aangedrongen argumenten aan te dragen, waarom voor een bepaald systeem gekozen wordt. Spreker vindt dit een goede zaak. De Heer Roeien vraagt zich verder af, of de voor liggende tussennota mogelijk vertragend kan werken, want nu wordt alleen een principiële medewerking van de Raad gevraagd, waarna het plan in details moet worden opgezet en de financiële consequenties moeten worden bezien. Hij spreekt de hoop uit, dat dit er niet toe zal leiden, dat met het werk al een aanvang wordt ge maakt, vooraleer de Raad de mogelijkheid is geboden zich uit te spreken over het cijfermateriaal. Tegen de achtergrond van deze opmerkingen, vraagt spreker zich af, of het niet juister geweest zou zijn een meer gedetailleerd plan aan de Raad voor te leggen om zodoende tijd te winnen en eerder met de bouw te kunnen aanvangen. De voorzitter bestrijdt de opvatting van de Heer Roeien, dat de procedure een sneller verloop had kunnen hebben,want de leerlingenopgaaf dateert van recente datum. Daarbij komen nog de aanmeldingen van leerlingen, die zich hier zeer recentelijk hebben gevestigd of zich nog zullen vestigen. Ten aanzien van het in twijfel trekken van de prognose zegt de voorzitter, dat deze opmerking juist zou zijn, indien het slechts één school betreft, of scho len met dezelfde levensbeschouwing. Wij hebben echter te maken met diverse scholen, met verschillende levensbeschouwingen. Het is eenvoudig niet mogelijk ook maar bij benadering na te gaan op welke scholen de kinderen zullen worden geplaatst. Dit kan tot gevolg hebben, dat een bepaalde school, sneller dan verwacht, aan uitbreiding toe is. Dit nu is het geval bij de openbare basisschool. Het aanbod van leerlingen is dermate groot geweest- en niemand had dit kunnen voorzien - dat kort achter alkaar uitbreidingen nodig zijn. Vandaar ook, dat de Minister nu al goedkeuring heeft verleend aan de be noeming van een 11e leerkracht. De voorzitter wijst de opmerking, dat er mogelijk stag natie kan optreden, van de hand en stelt daartegen over, dat men van de zijde van de Raad terecht kritiek zou kunnen hebben, indien Burgemeester en Wethouders nu al een geheel uitgewerkt plan van uitbreiding ter beslissing hadden voorgelegd, vooral ook omdat de prognoses aan de voorzichtige kant waren opgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 102