Conform haar verzoek legt Mevrouw Taks vervolgens,
overeenkomstig het bepaalde bij artikel 45 der Gemeentewet,
zowel de zuiveringseed als de ambtseed af.
De voorzitter feliciteert Mevrouw Taks met haar benoeming
en toelating als raadslid, en zegt verheugd te zijn dat
de Raad wederom een vrouw in zijn midden heeft; hij wijst
op de dreiging, dat ingeval van overgang van het gebied
der Haagsche Beemden tijdens deze zittingsperiode, Mevrouw
Taks dan weer op korte termijn het raadslidmaatschap
verliest; hij hoopt voor haar dat deze dreiging nog lang
zal wegblijven, en hij wenst dat haar werk binnen de Raad
vruchtbaar, prettig en amicaal zal zijn; hij deelt mede
dat zij thans aan de discussies en besluitvorming kan
deelnemen
De Heer Jansen herinnert er aan dat de Heer Lockx een
specifieke functie in de Raad vervulde, geheel toege
schreven aan zijn karaktertrekken en zijn opstelling;
met de begroeting van de opvolgster van de Heer Lockx
hoopt hij in haar te mogen aantreffen een raadslid met
een bezieling, welke ver uitgaat boven de ogenschijn
lijke deelname aan de discussies; alhoewel niet tot de
zelfde fractie behorend, hoopt hij in Mevrouw Taks de
zelfde onderlinge verstandhouding aan te treffen als die
welke van de Heer Lockx werd ondervonden; als zodanig
heet hij haar welkom.
De Heer Roeien onderschrijft de woorden van de Heer Jansen;
ten aanzien van de terugkeer van de vrouw in de Raad
merkt hij op dat bij effectuering van de dreiging ten aan
zien van de gebiedsoverdracht toch weer een andere vrouw
- namelijk de opvolgster van zijn fractielid de Heer
Koenraads - in de Raad aanwezig zal zijn; hij vindt dit
in 1975, het jaar van de vrouw, toch een plezierig effect;
zijn fractie heet Mevrouw Taks welkom.
De Heer Tonnevck zegt bijzonder veel waardering te hebben
gekregen voor de wijze van benadering van de problemen
door de Heer Lockx, nog maar kort zijn buurman in de ver
gaderzaal; hij betreurt het dat thans gesproken wordt over
de dreiging dat wellicht een tweetal leden de Raad nog in
deze zittingsperiode zullen moeten verlaten; hij zegt
bijzonder veel waardering te hebben voor de moed van
Mevrouw Taks om desondanks hier toch aanwezig te zijn; hij
hoopt op een prettige samenwerking, al zal er zakelijk
wel eens verschil van mening zijn; aan de besproken
dreiging, welke een doorbreking van de continuïteit wordt
genoemd, tilt hij niet zo zeer omdat er naar zijn mening
wel zwaardere dreigingen tot ons zouden kunnen komen,
die de discontinuïteit in het gedrang kunnen brengen.
Mevrouw Taks zegt verbaasd te staan over het vertrouwen
dat nu reeds van alle kanten haar wordt toegebogen; zij
zegt persoonlijk met de Heer Lockx wel bevriend te zijn
geweest, doch dat het contact over de politiek van Prin
senbeek met hem zeer gering was; vandaar dat zij de laat
ste maanden ontzettend veel heeft moeten doen om in
gewerkt te geraken; zij hoopt dat het haar zal gelukken