-8- gemeentefonds en de bijdrage aan het Stadsgewest; de rijksbijdrage aan het Stadsgewest, die thans een door slaggevende rol aan het spelen is in de begroting van het Stadsgewest, stoelt echter wettelijk nergens op; is het een toevallige liefdadigheid van de overheid of berust dit op een exacte uitspraak van de overheid, inbegrepen een continueren en een evalueren hiervan naar gelang de landelijke kostentrend? Met de ontwerp-begroting kan akkoord worden gegaan, doch omtrent <fe rijksbijdrage zou hij gaarne nu of in de volgende vergadering worden geïnformeerd; is het een eenmalige uitkering, dan krijgt deze begroting een totaal ander beeld. De Heer Tonneyck stelt dat de V.V.D.-fractie bij de behan deling van deze begroting toch wil betrekken de problemen die telkens bij bespreking van stadsgewestelijke zaken aan de orde komen; het is belangrijk dat via de inbreng van onze afgevaardigden op het bestuurlijk vlak enige greep wordt verkregen op de besluitvorming; anderzijds komt de autonome groei van de kosten van het Stadsgewest naar voren, en zal dit ook in de toekomst naar voren blijven komen, wat zijn fractie in hoge mate verontrust; de Raad kan zijn bezwaren tegen de begroting vóór 1 sep tember kenbaar maken, de Raad kan ook via zijn afgevaar digden in het Stadsgewest duidelijk maken hoe Prinsen beek denkt over die autonome groei der kosten; in feite is het omslagstelsel per inwoner aan de orde; per ge meente is er weliswaar, naargelang het inwonertal, een differentiatie in de gemeentefonds-uitkering, doch de bijdrage van Prinsenbeek aan het Stadsgewest is in relatie tot de gemeentefondsuitkering hoger dan de bijdrage van Breda en dat brengt de onevenwichtigheid binnen het om slagstelsel; hij stelt voor van gedachten te wisselen, en dit ook ter kennis te brengen van het Stadsgewest, over het feit dat het beter en rechtvaardiger is de bijdrage aan het Stadsgewest op enigerlei wijze te koppelen aan de gemeentefondsuitkering; hij is er zich van bewust dat we er dan nog niet zijn, want we moeten waakzaam blijven om de ruimte binnen de gemeente-begroting niet al te zeer te laten inperken; hierover zal met name bij de behande ling van de gemeente-begroting 1976 worden gediscussieerd; we moeten alert zijn om met die uitgaven voor zaken, waar we weliswaar volledig achter staan, niet zonder meer mee te gaan, met het gevaar dat ze uit de hand lopen. De Heer Roeien vraagt of met de financiële gegevens over Prinsenbeek, in het rapport van de commissie financiën opgesomd, rekening is gehouden met een hogere uitkering voor snelgroeiende gemeenten. Wethouder van der Westen antwoordt dat naar zijn mening de bijdrage aan het Stadsgewest bestendigd zal moeten wor den, ook al omdat nu de bijdrage voor het derde jaar wordt geraamd; de bezorgdheid, door de Heer Tonneyck aan gekaart, is onze vertegenwoordigers bekend en zij zullen niet nalaten hierop te blijven hameren; als argument voor het onjuist omslagstelsel is verder in het verleden steeds naar voren gebracht; dat de stad voorzieningen moet tref fen, waarvan de randgemeenten kosteloos profiteren, een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 126