-14-
De voorzitter merkt op dat er zoveel Brabantse monumenten
zijn; in dat geval hadden we de Bredase toren al reeds
veel eerder moeten subsidiëren.
De voorzitter stelt hoofdelijke stem
ming aan de orde waaruit blijkt dat de
Heren Koenraads, de Greeuw, Miltenburg,
Houtepen, Jansen en Hermans (totaal 6
leden) voor het voorstel zijn van
fractie Lijst Een (oorspronkelijk een
voorstel van de Heer Miltenburg) en
Mevrouw Taks, alsmede de Heren van der
Westen, Hennekam, Roeien, Tonneyck en
van Seventer (6 leden) tegen dit voorstel,
zodat de stemmen staken en het voorstel
in de volgende vergadering opnieuw aan
de orde dient te komen.
b) verzoek van het comité Jan Strube om financiële steun
bij de uitgifte van een herdenkingsmap
De Heer Jansen vraagt aanvankelijk aandacht voor de public
relations van Prinsenbeek, doch neemt zijn woorden terug
na te hebben vernomen dat het hier niet om een inwoner
van Prinsenbeek gaat, doch van Breda.
Zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel het verzoek afgewezen.
cverzoek om subsidie voor restauratie van de op de
monumentenlijst geplaatste boerderij Gageldonkseweq 29.
De Heer Tonneyck acht het nalaten van aanvrager om voor
af bij de gemeente subsidie te vragen, geen sterk argument
voor de afwijzing van het verzoek? het rieten dak onder
andere stond op instorten; juist herstel hiervan, wat
normaal voor subsidie in aanmerking komt, is een reden om
te subsidiëren, mits ook rijk en provincie subsidiëren.
De Heer Roeien vraagt of er niet eerder een verzoek bij de
gemeente is gedaan;ten aanzien van de argumentatie dat
het werk al is uitgevoerd merkt hij op, dat destijds het
ministerie akkoord is gegaan met het gereedliggend plan
onder de mededeling, dat het project later in een sub
sidiebeschikking zou worden meegenomen, omdat er toen
geen rijksmiddelen beschikbaar waren? hij vraagt zich in
dat verband af of op het formulier stond aangegeven dat
er gemeentelijk en/of provinciaal subsidie mogelijk is;
we hebben eerder ook iemand"er op gewezen dat subsidie
van de provincie mogelijk is; de normale gang van zaken
is toch dat bij het binnenkomen van de beschikking van
het rijk geattendeerd wordt op mogelijkheden bij ge
meente en provincie.
De Heer Miltenburg vraagt - daarnaast opmerkend dat hij
hierbij wil afwijken van het langzaamaan ontstane gebruik
dat alleen de fractievoorzitters het woord voeren - of er
nergens gereglementeerd staat dat er gebouwd dient te
worden naar de toestand van voorheen; hij heeft namelijk
estethische bezwaren tegen de uitvoering van het gebouw.