-14-
- dra Heer Miltenburq)spontanieteit heeft
meer leven dan formalisme; de inflatie
dient gecompenseerd te worden door op
trekking naar 45 cent.
- 1e Heer Tonneyck)) de Raad moet flexibel
zijn; ook bij de totale Bosdal-affaire is
dit gebeurd.
De voorzitter schorst de vergadering voor beraad met de Wethou
ders
Na heropening van de vergadering zegt de voorzitter er moeite
mee Le hebben de zaak ten tweede male aan te spannen omdat de
Raad dan het principe aantast; het karnavalssubsidie kan bij de
begroting 1976 volledig en open aan de orde komen.
De Heer Tonneyck bestrijdt de opvatting dat de Raad ten aan
zien van deze 40 cent een afzonderlijke beslissing genomen
heeft; in de vorige vergadering is de begroting aangenomen doch
zijn alle subsidies aangehouden.
de Heer Miltenburq herinnert er aan dat de behandeling van de
subsidies in de vorige vergadering in het slob is geraakt van
wege behandeling aan het eind van een moeizame en lange ver
gadering; overigens merkt hij op dat zijn voorstel van 45 cent
per inwoner geen voorstel van zijn fraktie is, doch een voorstel-
a-têtre-personel.
De voorzitter zegt dit punt bij uitzondering in stemming te
willen brengen; bij elk volgend geval zal hij een principieel
neen laten horen.
De Heer Roeien acht een hernieuw beraad over een genomen besluit
onjuist; hij vraagt zich af hoe de burger zich moet voelen bij
een dergelijk beleid; bovendien is een principieel nBen bij
een volgend punt een nare situatie.
De voorzitter is gevoelig voor de argumenten van de Heer Roeien
en stelt de subsidiebehandelinq voor de karnavalsvereniqinq
niet opnieuw aan de orde de afwezigheid van de Heren Jansen
en Lockx laat hij hierbij meetellen; bij de begroting 1976 kan
in deze zaak, eventueel met terugwerkende kracht, opnieuw warden
besloten
De Heer Tonneyck acht dit een aantasting van de flexibiliteit;
het is een behandeling van een beleidszaak; van zijn fraktie
kan te zijner tijd een gedegen voorstel over dit punt worden
verwacht
De voorzitter stelt alle overige subsidie-
voorstellen aan de orde, uitgebreid met
het voorstel van de commissie financiën -
nadien teruggebracht door het voorstel van
de Heer Miltenburg - om een subsidie van
f. 250,toe te kennen aan;