-6- De Heer Jansen is van oordeel dat een gesprek over deze materie grotendeels een dupliceren zal worden van al hetgeen hierover elders is geschreven en be sproken; hij wil zich met de volgende drie punten tot de hoofdlijnen beperken; 1. de vrees voor een 4e bestuurslaag, eerder dit jaar in de Raad naar voren gebracht, is ook in Den Haag voorvoeld; door het creëren van meerdere provincies is daar de 4e bestuurslaag de nek omgedraaid; toch bekruipt hem ten aanzien van het nieuwe takenplan de zorg dat juist de taken, zo bepalend voor de ver houding tussen burger en overheid, bij de gemeenten zullen worden weggenomen, onder andere alle zaken die te doen hebben met grond en onroerend goed; bij deze punten is het juist belangrijk dat overheid en ingezetenen zo dicht mogelijk bij elkaar staan; hij is bang dat hier de afstand tussen burger en overheid zal worden vergroot, de communicatiemogelijk heid zal worden verkleind, en fricties zullen ont staan die wij als gemeentebestuur juist gemakkelijk zouden kunnen opvangen. 2. het is voor hem een vraag waarom de mini-provincies zijn ingedeeld op basis van het inwonertal; juist de grondoppervlakte zou hier uitslaggevend moeten zijn omdat de grond in het takenpakket zo belangrijk is; het inwonertal kan over 25 jaar bovendien tot een miljoen zijn uitgegroeid of tot enkele honderd duizend zijn gereduceerd. 3. ook bij dit ontwerp munt de overheid uit in het uit hollen van de taken van de gemeenten; de gemeente lijke autoriteit wordt dan dermate aangetast dat als consequentie alle gemeenten straks worden opge heven; dit heeft weer tot gevolg dat er slechts 2 bestuurslagen overblijven; de funkties van de ge meente worden dan immers te klein, te oninteressant, van te weinig importantie voor mensen, die zich op het gemeentelijk vlak nog verdienstelijk willen maken Over het algemeen juicht hij het creëren van grotere units binnen het bestuursvlak toe omdat steeds meer ge voeld wordt dat elke gemeente niet meer in staat is een volledig takenpakket te verzorgen; overkoepelende organen worden dan nodig; dit onderbrengen bij de mini- provincies is aan te bevelen; ook de planologie en de industrialisatieoolitiek kan beter naar de mini-pro vincies worden overgebracht; bij een voldoende afrondipg van de bevoegdheidsgraad van deze nieuwe provincies kunnen we tot snellere besluitvorming komen op het ge bied van zeer specifieke regionale ontwikkelingen- hij gaat in grote trekken akkoord met het plan tot reor ganisatie maar dan met vorenstaande kanttekeningendarr- bij nog stellend dat de taken van het rijk nu moeten worden afgestoten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 162