-7-
De Heer Roeien zegt zich niet ver in de papierwinkel
te willen verdiepen; hij heeft zichzelf afgevraagd
of het wel zin had om iets te zeggen omdat hij twij
felt aan de mate van doorklinken van het besprokene
bij de organen, die hierover nog discussieren en het
eindstandpunt nog kunnen doorspelen naar de Minister
van Binnenlandse Zaken; enkele aspecten wil hij toch
nog naar voren brengen; opvallend en prettig is het dat
er in dit ontwerp gekozen wordt voor 3 bestuurslagen;
voor de burger is dit uitgangspunt een goede zaak;
verder acht hij decentralisatie van rijkstaken duidelijk
nodig al ziet zelfs de Minister van Binnenlandse Zaken
dit nog niet zo geweldig zitten; vervolgens wil hij
zich niet verdiepen in de vraag of Brabant Brabant moet
blijven dan wel zal worden opgedeeld in 4 of 2
provincies om de discussies hierover elders niette door
kruisen; naar de mening van de fraktie en ook die van
lijst Lockx is een opdeling in 4 mini-provincies te
fors om op enige decentralisatie van rijkstaken te
mogen rekenen; met daarnaast uitholling van gemeentelijke
taken geeft het te denken dat reeds gesproken wordt
over noodzakelijke Gemeentelijke herindeling; tot slot
wil hij trachten het geluid van deze Gemeenteraad te
laten doorklinken door middel van een niet politieke
concept-motie; met de frakties Lijst I en de V.V.D.
is hij niet tot een meningsvorming kunnen komen omtrent
een definitieve motie, welk concept gesteund wordt door
Lijst Lockx om na een goede samenspraak een bepaalde
motie te doen uitgaan naar het provinciaal bestuur en
naar het Stadsgewest Breda; deze concept-motie, dui
delijk niet ondertekend om het geen politiek stuk te
doen zijn, luidt aldus:
DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK;
in vergadering bijeen op 30 oktober 1975;
onder verwijzing naar agendapunt 6;
daarbij kennis genomen hebbende van het concept-ontwerp
tot reorganisatie van het binnenlands bestuur en een
aantal daarop gegeven commentaren;
spreekt als zijn oordeel uit:
dat het als positief wordt ervaren dat als uitgangspunt
wordt gekozen voor 3 bestuurslagen;
dat ten aanzien van het decentraliseren van rijkstaken
naar de te vormen provincies geen enkele duidelijkheid
wordt gegeven:
dat eerder van een vergroting van de afstand bestuurder/
bestuurden kan worden gesproken in plaats van een ge
wenste grotere betrokkenheid;
dat het in 4 mini-provincies verdelen van Noord-Bra
bant eerder aanleiding zal geven tot uitholling van
de gemeentelijke taken;
dat deze mini-provincies tevens dermate klein van om
vang zijn dat van decentralisatie van rijkstaken weinig
verwacht mag worden;