-10-
MOTIE
DE RAAD DER GEMEENTE PRINSENBEEK;
in vergadering bijeen op 30 oktober 1975;
kennis genomen hebbend van het concept-ontwerp van de
wet reorganisatie binnenlands bestuur en een aantal
daarop gegeven commentaren;
spraakt als zijn oordeel uit:
- dat het behoud van een struktuur met 3 bestuurslagen
als positief wordt ervaren;
- dat de waarde van het takenpakket der mini-provin
cies alleen valt te beoordelen als de over te dragen
taken zowel van de gemeente als van het rijk vóóraf
bekend zijn;
- dat in het ontwerp uitholling van gemeentelijke taken
valt te constateren waardoor de afstand van de ingeze
tenen tot het bestuur wordt vergroot;
- dat uitholling van gemeentelijke taken als thans voor-
gestéld tot ernstige fricties, alsmede tot onaanvaardbare
ooheffing van duidelijk afzonderlijke leefgemeenschanpen
aanleiding kan geven;
spreekt de hoop uit:
dat bij verder discussies centraal zal staan:
a. het handhaven van 3 bestuurslagen;
b. matiging in de uitholling van gemeentelijke taken;
c. het opstellen van een goed takenoakket voor de mini-
provincies, primair door duidelijkheid in de over
dracht van rijkstaken;
d. het aanpassen van mate en tempo van de bestuurlijke
reorganisatie aan de noodzaak ook voor kleinere leef
gemeenschappen de identiteit van het eigen plaatselijk
bestuur te houden.
Nodigt het College van Burgemeester en Wethouders uit
deze motie ten spoedigste ter kennis te brengen van het
Provinciaal Bestuur van Noord-Brabant, alsmede aan het
(dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda en gaat
over tot de orde van de dag
7Voorstel tot wijziging van de bouwverordening van de
gemeente Prinsenbeek
Zonder hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel
besloten