alsmede gratis verkrijgbaar voor belangstellende burgers en organisaties; bezwaren kwamen toen de in spraakprocedure aan de orde werd gesteld; door ons lid van het Dagelijks Bestuur, de Heer Hennekam, werd duidelijk gesteld dat in deze fase van voorstudie dit nog niet terzake dienende was; na de voorstudie zal een zeer uitgebreide inspraak mogelijk zijn; - het reglement van orde voor de vergaderingen van het Stadsgewest werd vastgesteld, ook voor de commissies van advies en bijstand, tot slot een instructie voor de secretaris; - aanpassing van de commissies was nodig omdat de Bredase afvaardiging is vergroot, omdat er interne verschui vingen aan de orde waren, ook in verband met overlijden; voor de Prinsenbeekse afgevaardigden waren er geen wij zigingen De Heer Roeien vraagt of het Bureau Wissink hetzelfde bureau is als dat wat bij de herindelingsgeschiedenis een der randgemeenten heeft geadviseerd; omtrent de te verwachten inspraakprocedure met betrekking tot de nota openluchtrecreatie vraagt hij te bevorderen dat daarbij ook de gemeenteraden worden betrokken; als de inspraak geschiedt zoals bij streek- plannen, dan is een kans van inspraak vanuit de gemeenteraden gewenst. De voorzitter antwoordt dat het om hetzelfde Bureau Wis sink gaat als door de Heer Roeien aangeduid. Wethouder Hennekam licht nog toe dat de nota openlucht recreatie wordt toegezonden aan alle voorzitters van de gemeenteraden binnen het Stadsgewest; overigens is er sprake van een algemene inspraakprocedure voor alle stadsgewestelijke zaken, anderzijds van een inspraak ten aanzien van de nota openluchtrecreatie; laatstge noemde nota zal wellicht reeds op de agenda van de eerstkomende raadsvergadering kunnen worden opgenomen. De Heer Tonneyck merkt op dat deze gemeenteraad een vooruitziende blik heeft gehad met betrekking tot de te verwachten moeilijkheden bij de benoeming van de gewes telijke brandweercommandant. Voorstel tot wijziging van de Algemene Politieverordening. Volgens de voorzitter heeft de Heer Roeien in de commissie ruimtelijke ordening voorgesteld "buiten zijn woning" te wijzigen in "buiten zijn terrein"; beter nog zou het zijn te spreken van "buiten zijn woonerf", zodat kan worden ingegrepen zodra de hond zich op de openbare weg bevindt De Heer Roeien verduidelijkt dat het zijn bedoeling is de omschrijving aan te passen aan de andere artikelen met betrekking tot de bestrijding van hondenoverlast welke bestrijding tot op heden niet erg is geslaagd. De Heer Tonneyck brengt enkele algemene punten naar voren; na een aanvulling van de Algemene Politieverordening met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 185