m
-9-
9Voorstel tot vaststelling van de extra-vergoeding, als
bedoeld in artikel 101, vierde lid, der Lager-onder-
wijswet 1920 ten behoeve van de plaatselijke bijzondere
basisscholen over het vijfjarig tijdvak 1968 t/m 1972.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
10Voorstel tot voorlopige vaststelling van de materiële
exploitatiekosten van de openbare kleuterschool over 1974.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
11Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet ten behoeve van de eerste inrichting 4e klas
openbare kleuterschool
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
12Nota over het plaatselijk muziekonderwijs.
Wethouder van der Westen zegt dat over de totaliteit
van het muziekonderwijs wellicht beter in een volgende
vergadering kan worden gediscussieerd waarbij dan tevens
een voorstel aan de orde kan komen; de eerste bespre
kingen hebben in de commissie financiën plaats gevonden;
van hieruit is opdracht verstrekt voor een gesprek met
de plaatselijke harmonie en voor informatie bij de an
dere randgemeenten; thans is belangrijk in welke richting
de Raad denkt, wat er met de leerlingen uit Prinsenbeek
na de a.m.v. moet gebeuren, welke muziekscholen dienen
te worden benaderd.
De Heer Jansen waardeert de moed van de wethouder om het
probleem van het muziekonderwijs weer aan te pakken; voor
deel van deze nota is dat het onderdeel a.m.v. haalbaar
naar voren is gebracht; zijn fractie is van oordeel dat
vooral de a.m.v. voor en ten behoeve van de harmonie
hierin dient te worden geïntegreerd om de harmonie ook
op een hoog peil te kunnen houden; dit wordt ook be
vestigd door het gesprek dat de wethouder met het be
stuur van de harmonie heeft gevoerd; daarna komen de
zorgen, want het vervolg op de a.m.v. staat in geen en
kele verhouding tot de kosten van de a.m.v.; we moeten
weten wat we met dit vervolg doen; we zouden van een
vast begrotingsbedrag moeten uitgaan en ook de bijdrage
maximaliseren; bij een onvoorziene grotere toeloop
zouden we dan ook op alle bedragen moeten korten, waarbij
voorop moet staan dat het grootste deel van de vervolg-
kosten door het individu moet worden gedragen omdat men
anders gewoon verder studeert omdat het toch niets kost;
dit tweede gedeelte is thans nog onvoldoende voorbereid;
het moet verder worden uitgediept, gemaximaliseerd, meer
zekerheid geven; in elk geval moet dit op tafel komen
alvorens over de a.m.v. wordt beslist.