-13-
19Nota inzake verkoop van een strook grond nabij de Molen
berg aan de Groenstraat.
De voorzitter licht toe dat zowel de commissie ruimtelij
ke ordening als de commissie openbare werken adviseren
deze verkoop wat te laten rusten totdat de Groenstraat
is verbeterd.
De Heer Jansen stelt dat zijn fractie de voorkeur geeft
aan uitstel tot na de reconstructie van de Groenstraat,
omdat anders wellicht later weer over een strook van
15 cm. moet worden gepraat.
De Heer Roeien zegt dat zijn fractie zich ook kan vinden
in uitstel tot na de reconstructie, doch moeite heeft
met de voorwaarde van de commissie financiën dat de re
constructie op redelijke termijn moet plaats vinden.
De Heer Tonneyck is van oordeel dat een niet al te snel
beslissen van wijs beleid getuigt; gezien het afgesproken
bedrag en het langdurig gebruik van dit stuk grond
dringt hij aan op een niet te lang uitstel.
Wethouder Hennekam merkt - sprekend als raadslid - op dat
in eerste instantie beide commissies akkoord zijn ge
gaan met de overdracht en dat een en ander strookt met
het plan tot reconstructie; ten aanzien van het te ver
wachten subsidie voor de Groenstraat zal hij in de com
missie openbare werken toch wel op korte termijn terug
komen omdat er onvoorziene moeilijkheden dreigen ten
aanzien van de wijze van subsidiëren; hij blijft op het
standpunt dat de grond nu dient te worden overgedragen.
De Heer Jansen stelt voor om nu vast te leggen wanneer
de zaak opnieuw in de Raad dient terug te komen, met of
zonder reconstructie.
De Heer Tonneyck stelt voor in dit verband 31 december
1976 aan te houden.
Overeengekomen wordt het voorstel
tot verkoop van deze grond aan te
houden tot 31 december 1976 of zoveel
eerder als de reconstructie van de
Groenstraat is gerealiseerd.
20Voorstel tot ruiling van grond met de Heer P. Braspenning.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
21Vaststelling tracé ontwerp-fietspadenplan Prinsenbeek.
De Heer Tonneyck zegt moeite te hebben met de gedachte
in het voorstel om het tracé door de Raad te laten
vaststellen, terwijl wethouder Hennekam in de commissie
over informatie spreekt; verder vindt hij dat de veilig
heid voor de schoolgaande jeugd in de fasering priori
teit moet hebben.
De Heer Houtepen suggereert een betere ontsluiting voor
het rijwielverkeer naar - vooral in de zomermaanden -
de drukkere gebieden, onder andere "De Kuil".
