-8-
ambtenaren-organisatie komt met het discriminerende voor
stel om toch alleen kies gerechtigd en kiesbaar te doen zijn
degenen die lid zijn van een ambtenaren-organisatie het is
ditin de eerste plaats voor de Raadsleden, in het kader
geplaatst van de opzet van de toekomstige verhouding binnen
deze verordening, een moeilijk verteerbare zaak; toch menen
de Raadsleden dat het belang, om deze verordening en deze
organisatie van wederzijdse verhoudingen tussen Raad en
ambtenaren van de grond te brengen, van de Raadsleden
eist over dit punt iets heen te stappen; de Raadsleden
zouden er dan ook vooralsnog mede akkoord kunnen gaan dat
in zoverre aan het voorstel van de Nederlandse 3ond van
gemeente-ambtenaren wordt tegemoetgekomen dat eenieder der
ambtenaren bij het samenstellen der commissie een aktief
kiesrecht wordt toegekend, doch dat het passief kiesrecht
beperkt wordt tot degenen die op dat moment lid zijn van
de organisaties; de leden van de Raad vinden dit ergens
nog een stuk discriminatie, doch gezien de historische
groei in den lande dachten de Raadsleden bereid te moeten
zijn om deze tussenvorm te kiezen» die hun inziens ook voor
de organisaties acceptabel zou moeten zijn; de Raadsleden
kunnen op die wijze vooralsnog akkoord gaan met aanpassing
van de verordening, daarbij aantekenend dat de leden van
de Raad het liever gewenst hadden in de vorm zoals het
de Raad is voorgelegd, maar dat de Raad om het goede doel,
namelijk met het uitgangspunt een stoel te vinden waarin
we gezamenlijk kunnen gaan zitten en tesamen kunnen praten,
dit laat prevaleren;
bde Raadsleden willen vervolgens deze, conform vorenstaande
gewijzigde, verordening niet beperken tot een voorlopige
werkingsduur van een jaar en dan bekijken in hoeverre moet
worden verdergegaan; zij zouden het van de omstandigheden
willen laten afhangen hoe lang die periode moet zijn;
binnen een jaar kan immers geen zinnig mens zeggen dat het
geheel van de grond is gekomen en dat het geheel voldoet
aan de eisen, die zij er vooraf hieraan mentaal hebben
willen stellen; binnen de werksfeer van de commissie zal
wel blijken of die periode langer moet zijn, misschien
zelfs korter indien tot uiting komt dat we misschien toch
nog een foute weg blijken te zijn gegaan; verder deelt hij
mede dat in onderling overleg wordt voorgesteld dat uit elk
der drie grootste frakties uit de Raad een lid in deze
personeelscommissie wordt aangewezen, en dat elke fraktie
zelf zijn plaatsvervangend lid aanwijst, zodat bij ont
stentenis het eigen fraktielid vanzelf weet wie hij moet
benaderen ter vervanging; dit vergroot de werkingsmoge
lijkheid van plaatsvervangende leden, dit doet tevens
recht aan een zo breed mogelijke opstelling vanuit de Raad;
elk der 3 grootste frakties hebben zich voorbehouden hun
eigen kandidaten te stellen; namens de fraktie lijst I
wordt voorgesteld de Heer Jansen als lid en de Heer Milten
burg als plaatsvervangend lid van de personeelscommissie.
De Heer Roeien vraagt zich af of er met de Heer Lockx over
leg is geweest over de procedure, zoals door de Heer Jansen
aangegeven; van de fraktie gemeenschapsbelang wordt voor
gesteld de Heer van der Bom als lid en de Heer de Greeuw