-10-
Wethouder van der Westen herinnert aan het moeizame
verloop van het bereikte doel; hij is blij dat men zijn
plaats kent en dat zelfs de Raad nog tegemoet is gekomen
aan bepaalde verlangens; de zaak, die we moeten dienen
is te belangrijk om zich hiertegen te verzetten; daarom
dankt hij allen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de
verordening conform het voorste 1 -
in acht genomen de nog aan te brengen
wijzigingen, zoals bij amendement is
aangegeven- vastgesteld.
7Voorstel tot het voteren van een krediet voor de aanschaf
van brandweeruitrustingen wegens uitbreiding van het korps.
De Heer Jansen zegt te hebben vernomen dat in de laatst
gehouden vergadering,waarin bij niet aanwezig kon zijn,
de Raad gewaarschuwd is voor het plegen van hink-stap-
sprongen en gevraagd op lang zichtte werken; het verwon
dert hem dat dit voorstel nu aan de orde komt en niet
bij de begroting omdat eenieder wist dat de korpssterkte
19 man was en 21 moest zijn; dit voorstel rangschikt hij
dan ook onder de verwijten, in de vorige vergadering
geuit; ofschoon zijn fraktie het overigens eens is met het
voorstel had hij dit gaarne in december behandeld gezien
omdat het principiële uitgangspunten betreft voor bepaalde
portefeuilles binnen B. en W.dit voorstel had niet als
losse post toegeschoven moeten worden.
De voorzitter licht toe dat de begroting in augustus wordt
opgesteld; toen was die uitbreiding van het brandweerkorps
niet bekend; een man was toen in opleiding, waaromtrent
de uitslag toen niet bekend was; de uitbreiding betreft
drie uitrustingen, namelijk een voor de pas geslaagde en
voor aanschaf in later stadium voor twee personen.
De Heer Jansen grijpt terug op het voorstel waarin staat
vermeld dat het de Raad ongetwijfeld bekend moet zijn
dat voor de omvang van deze gemeente een korpssterkte van
22 man is voorgeschreven hij neemt aan dat dit geen
regeling is, die is ontstaan na 1 augustus 1974; bovendien
is hij het niet eens met de onbekendheid van de 2e en 3e
man, waarvoor thans een uniform moet worden aangeschaft.
De voorzitter zet uiteen dat de twee laatstbedoelden nog
in opleiding zijn, terwijl in de begroting reeds een bedrag
is opgenomen voor een brandweeruniform.
Zonder hoofdelijke stemmings wordt
conform het voorstel besloten.
8Voorstel tot het intrekken van de verordening rioolrechten
1972.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.